Tumgik
woordslang-blog · 5 years
Text
Rijles
Net iets te hard klapt de autodeur aan de bestuurderskant dicht. De klink die uit mijn handen schoot, voelt nu al als een strop om mijn nek. Een goed begin is het halve werk en dit is geen goed begin. ‘Start de auto maar’, zegt de examinator die aan de andere kant is ingestapt. Hij hoeft zijn stoel niet bij te stellen, blijkbaar zit hij hetzelfde in de auto als mijn instructrice. Ondanks het significante verschil in zowel lengte als volume van de twee. Het examen is reeds echt begonnen, denk ik bij mezelf. Een beetje peper in je reet, kom op!
Terwijl ik de auto probeer weg te rijden tussen de net te strak geparkeerde voertuigen naast me, springt er iemand voor de auto. ‘Frans!’, zegt de examinator vrolijk. Hoe onthoudt hij toch al die namen, vraag ik me af. In het kleine stukje van de examentafel naar de auto heeft hij er al minstens zes genoemd. Of het ook de juiste namen waren, weet ik niet. ‘Je motor is afgeslagen, dit wordt natuurlijk niets’, zegt hij als hij naar Frans heeft gezwaaid. Ik zie nog net een fluim uit de mond van Frans rollen als hij naar de ingang van het CBR loopt. Vermoedelijk heeft hij de laatste restjes tabak uit zijn tanden gezogen. ‘Begin maar opnieuw. We gaan naar Noord.’
Als we de parkeerplaats af zijn, lijkt het beter te gaan. De motor slaat niet af voor het eerste stoplicht en mijn rij instructrice op de achterbank heeft nog geen moord en brand geschreeuwd. Ondanks de slechte start gaat de rit richting de snelweg soepeltjes. Ik wil invoegen als de examinator aan mijn stuur trekt. ‘Zag je die druif op de weg niet?!’, schreeuwt hij. Binnen een paar seconden is mijn rug drijfnat van het zweet. ‘Nee. Ik was aan het kijken naar die slurf op de auto van de dierentuin’, antwoord ik. ‘Beter plannen, beter plannen’, mompelt hij. ‘In je dagelijks leven knutsel je, als je een krans maakt moet je toch ook van tevoren bedenken hoe je die gaat vormgeven? Zo werkt het in de auto ook!’ Er komt een stank uit zijn mond. Waarschijnlijk van de drank van de vorige avond. Ik zal niet de enige roekeloze leerling in zijn auto zijn, hij grijpt vast regelmatig naar de fles. ‘Stop hier maar op de vluchtstrook en stap maar uit’, zegt hij. Even ben ik bang dat hij me daar wil achterlaten en ik via de berm en te voet terug moet naar huis, gelukkig sommeert hij alleen van stoel te wisselen. ‘Je bent een kloon van elke andere leerling die ik in leswagens beoordeel. Stop er maar gewoon mee. Dat rijbewijs ga je toch niet halen.’
1 note · View note