Tumgik
#Jacques Klok
henk-heijmans · 4 months
Text
Tumblr media
Wine goggles, 1967 - by Jacques Klok (1930 - 2019), Dutch
170 notes · View notes
humanoidhistory · 5 months
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media
The Buffoons play at Club 67 in Amsterdam, January 19, 1968. Photo by Jacques Klok. Love the guy making moves on the lower left.
(Geheugen van Nederland)
39 notes · View notes
zoueriemandzijnopmars · 7 months
Text
Het is Kinderboekenweek! En nu ben ik benieuwd:
Pin me hier niet op vast, maar volgens mij zijn dit ze allemaal
Keesje Kruimel, Hans Dijkhuis
Viermaal J en Janus, Hans Andreus
De blauwe boekanier, Tonke Dragt
Het kleinste sprookjesboek , Annie M. G. Schmidt, Mies Bouhuys, Eleanor Farjeon, Pieter de Zeeuw, Hans Christian Andersen en de Gebroeders Grimm[12]
Arthur en de lettervreter, Henk van Kerkwijk
2 is te veel, Henk Barnard
Ogen op steeltjes, Jan Wartena van Staatsbosbeheer
Het verdwenen plakboek,?Het Schrijverscollectief, bestaanden uit: Jan Riem, Ries Moonen, Arie Rampen, Fetze Pijlman, Hans Dorrestijn, Karel Eykman en Willem Wilmink
Wie je droomt ben je zelf, Paul Biegel
De tram is geel het gras is groen, Gertie Evenhuis
De klepel of de klok, Mies Bouhuys
Spook tussen spoken, Willem Wilmink (1980)
Je eigen tijd, Hans Dorrestijn, Alet Schouten en Willem Wilmink
Retourtje ver weg
Mijnheer van Dale en juffrouw Scholten, Kees Fens
Een tijdje later, Willem Wilmink en Paul Biegel
Houden beren echt van honing?, Midas Dekkers
De zaak Jan Steen, Karel Eykman
Die van hiernaast en van de overkant. Kinderen en boeken in Europa, Marja Baeten en Paul Arnoldussen
Duizend dingen achter deuren, Joke van Leeuwen
Het eiland daarginds, Paul Biegel
Jorrie en Snorrie, Annie M. G. Schmidt
Het wonder van Frieswijck, Thea Beckman
Het raadsel van de Regenboog, Jacques Vriens
Het weer en de tijd, Joke van Leeuwen
Fausto Koppie, Anke de Vries
Bombaaj!, Els Pelgrom
De huiveringwekkende mythe van Perseus, Imme Dros
LYC-DROP, Paul van Loon
Mijn avonturen door V. Swchwrm, Toon Tellegen
Bikkels, Carry Slee
Eiber!, Sjoerd Kuyper (2000)
Ik ben Polleke hoor!, Guus Kuijer
Boris en het woeste water, Rindert Kromhout
Het Zwanenmeer (maar dan anders), Francine Oomen
Swing, Paul Biegel
Wat rijmt er op puree?, Edward van de Vendel
Laika tussen de sterren , Bibi Dumon Tak
Kaloeha Dzong, Lydia Rood
Vlammen, Hans Hagen
De wraak van het spruitje, Jan Paul Schutten
Mees Kees - In de Gloria, Mirjam Oldenhave
Bert en Bart redden de wereld, Tjibbe Veldkamp
Het Akropolis Genootschap & De slag om bladzijde 37, Tosca Menten
Je bent super... Jan!, Harmen van Straaten
Zestig spiegels, Harm de Jonge
Per ongelukt!, Simon van der Geest
Oorlog en vriendschap, Dolf Verroen
Kattensoep, Janneke Schotveld
De eilandenruzie, Jozua Douglas
Haaientanden, Anna Woltz
De diamant van Banjarmasin, Arend van Dam (2020)
Tiril en de Toverdrank, Bette Westera
Waanzinnige boomhut verhalen, Andy Griffiths
Ravi en de Laatste Magie, Sanne Rooseboom
12 notes · View notes
lasandaledaphrodite · 4 years
Photo
Tumblr media
Photo: Jacques Klok 1968
1 note · View note
heroinsight · 5 years
Photo
Tumblr media
British fashion designers Sally Tuffin (right) and Marian Foale (left) with their assistant Acushla Hicks (centre) and model JENNY BOYD (extreme right) for a "MINI HAPPENING" at Amsterdam Central Station, June 7, 1966, by Jacques Klok
166 notes · View notes
Text
‘De kleurloze Tsukuru Tazaki en zijn pelgrimsjaren’: Haruki Murakami bekent kleur.
Tumblr media
Cultschrijver bij leven, internationaal megaseller, literair fenomeen. Al 35 jaar schrijft Haruki Murakami gedisciplineerd en onverstoorbaar verder aan een hoogstaand en wereldwijd bejubeld oeuvre, een oeuvre dat zijn gelijke niet kent qua verslavingsgehalte. Vorige zondag vierde hij bovendien zijn 65ste verjaardag, een betere releasedatum voor de Nederlandse vertaling van zijn jongste roman - overigens nog voor de Engelse editie op de markt komt - was moeilijk denkbaar. Kosten noch moeite werden gespaard , inclusief een strikt embargo en een heus Murakami-festival vorige zaterdag in Amsterdam, om de kroniek van een nieuwe bestseller aan te kondigen. Met het als vanouds vlotjes weglezende De kleurloze Tsukuru Tazaki en zijn pelgrimsjaren bewijst Murakami verre van uitgeschreven te zijn. Het is wellicht een van zijn meest klassieke en realistische  romans geworden, over vriendschap en het eigen leven in handen nemen. Over dromen ook en identiteit. Een soort kortere versie van zijn succesroman Norwegian wood, om zo te zeggen. Maar is dat wel voldoende?
Nobel
Murakami is al jaren de gedoodverfde winnaar van de Nobelprijs voor literatuur. Na Yasunari Kawabata en Kenzaburo Oe zou hij dan de derde Japanner zijn om de gegeerde prijs in de wacht te slepen. Vorig jaar deed hij nog maar eens een Hugo Clausje door opnieuw naast de prestigieuze bekroning te grijpen. Niet dat het zijn koude kleren raakt. De bescheiden Murakami, voor wie zijn schrijverschap heilig is, laat het zich gelaten over zijn kant gaan. Je zou voor minder. Een verre blik op zijn verkoopcijfers zou hem meer dan gerust moeten stellen, want ook op dat vlak kent de auteur zijn weerga niet. Zo gingen er van de trilogie 1q84, voor velen zijn magnum opus, in Japan alleen al 3 miljoen exemplaren over de toonbank. Voor de Japanse editie van De kleurloze Tsukura Tazaki en zijn pelgrimsjaren, verschenen in april 2013, waren dat er binnen een tijdsbestek van amper een week al meer dan één 1 miljoen. Wie doet het hem na? Uitgeverij Atlas brengt al sinds 2001 de werken van de Japanse auteur in vertaling uit, aanvankelijk mooi in de pas met de Japanse verschijning, om nadien ook het oudere werk in te halen. Norwegian wood bijvoorbeeld verscheen in het Nederlands 20 jaar later dan in Japan. Atlas heeft de klok gelijk gezet en we krijgen Murakami’s nieuwste als een van de eersten te lezen.
Maker van dingen
Een van Murakami’s meest genietbare handelsmerken is vanaf de eerste zin meteen met de deur in huis vallen. Dit is niet anders in De kleurloze Tsukuru Tazaki en zijn pelgrimsjaren: ‘Vanaf juli van zijn tweede jaar aan de universiteit tot januari van het jaar daarop was er geen moment van zijn leven dat Tsukuru Tazaki niet aan de dood dacht’. Tsukuru was toen 20. Aan de hand van een vernuftig spel met de tijd komen we mondjesmaat meer te weten over een duister verleden. Vandaag, zestien jaar later is Tsukuru Tazaki een bouwkundige ingenieur gespecialiseerd in de constructie van stations. Sinds zijn kindertijd is hij gefascineerd door treinen en stations, meteen een eerste leitmotiv in de roman. Hij woont in Tokio waar hij een leeg en routineus bestaan leidt, tobbend over het verleden. Hoewel ‘Tsukuru’ in het Japans zoveel als ‘maker van dingen’ betekent, vult hij zijn dagen met zwemmen, lezen, eten en piekeren (overigens favoriete bezigheden van slome Murakami-helden). Tot wanneer hij Sala leert kennen, een dynamische, zelfzekere en iets oudere werkneemster van een reisbureau, tot wie de schuchtere Tsukuru zich erg aangetrokken voelt. Zij slaagt erin Tsukuru de reden van zijn lethargisch bestaan te ontfutselen. Vervolgens springen we als lezer van de hak op de tak en keren zestien jaar terug in de tijd. Toen Tsukuru studeerde aan de universiteit in Tokio kondigden zijn vier beste vrienden, met wie hij tijdens zijn middelbare schooltijd in het stadje Nagoya een onlosmakelijke kliek van vijf vormde, hem van de ene op de andere dag aan hem nooit meer te willen zien. Zonder pardon, zonder uitleg. Tsukuru breekt zich tevergeefs het hoofd over het waarom zijn vrienden hem de rug hebben toegekeerd en krijgt af te rekenen met een traumatiserende identiteitscrisis.
Tsukuru krijgt het epitheton ‘kleurloos’ omdat hij van de 5 oude vrienden de enige is die geen kleur in zijn naam heeft. Wanneer je hun naam letterlijk uit het Japans vertaald, hebben de namen van de 4 anderen (2 jongens en 2 meisjes) telkens een kleur als onderdeel: Rodeden, Blauwezee, Wittewortel en Zwarteveld. Dit spel met kleuren en namen houdt Murakami het hele boek door vol (ook de cover zit mee in het complot: rondom het centrale witte silhouet van de sterschrijver verspreidt er zich een aureool van gekleurde stralen). Door het logografische karakter van de Japanse taal ontgaat ons wellicht een en ander door subtiel verlies in de vertaling en misschien zal een Japanse lezer iets meer gniffelen, maar de woordspelletjes zijn hoe dan ook niet altijd even effectief en werken soms wat op de zenuwen. Hoe het zij, bij iedere kleur hoort ook een specifieke eigenschap of karaktertrek. Zo is de ‘Rooie’ een heetgebakerd mathematisch genie, de ‘Blauwe’ een goedzakkerige sportman, ‘Witje’ een in zichzelf gekeerde getalenteerde pianiste en ‘Zwartje’ een praatzieke boekenwurm. Wanneer Tsukuru naar Tokio trekt voor zijn ingenieursstudie verwatert de vriendschap, en eindigt prompt kort daarna wanneer de gekleurde vrienden hem uitstoten.    
Deze wereld vol kleur wil Tsukuru terug beleven, hij wil onverminderd de oude vriendschap terug opnemen. Een kwijnend soort heimwee dat Murakami doeltreffend op muziek zet door de melancholische pianosuite ‘Le mal du pays’ uit Franz Liszts Pelgrimsjaren, als een tweede leitmotiv doorheen de roman te laten slingeren. Dat Tsukuru een lans breekt voor de uitvoering van de Rus Lazar Berman, is typerend voor Murakami, die niet alleen oog heeft voor detail maar ook een vinylfreak is voor wie er maar één juiste versie van bepaalde muziekstukken denkbaar is. Na de bruusk geuite wens om voorgoed met elkaar te breken, denkt Tsukuru meer dan 6 maanden enkel en alleen aan de dood. Hij gaat bijna ten onder, maar vindt terug zin in het leven wanneer hij vriendschap sluit met Haida, een knappe haast goddelijke natuurkundestudent die hij leert kennen in het zwembad waar ze dagelijks hun baantjes trekken. Plots verdwijnt ook Haida uit Tsukuru’s leven, alweer zonder boe of ba. Sala spoort Tsukuru aan om nu eindelijk uit te zoeken wat er precies is gebeurd al die jaren terug. Ze biedt hem zelf haar hulp aan. Een voor een gaat Tsukuru zijn oude vrienden opzoeken, de start van zijn pelgrimstocht op zoek naar loutering en vergiffenis. Hoe dieper hij in het verleden graaft, hoe hoger de prijs van de vroegere vriendschap blijkt te zijn.
Hol heldendom
Sla deze roman om het even waar open en je krijgt onversneden Murakami. De grootmeester demonstreert eminent en ingetogen hoezeer hij zijn onvergelijkbare formule beheerst. Hij  is gul en kwistig met zijn vaste ingrediënten, spreekt speels zijn hele arsenaal aan, trekt schaamteloos zijn hele trukendoos open. Maar hoe neem je de maat van een literaire reus die zichzelf niet bij elke nieuwe roman opnieuw uitvindt? Wijst standvastigheid in een oeuvre soms niet op genialiteit? Murakami lijkt in De kleurloze Tsukuru Tazaki en zijn pelgrimsjaren toch een en ander uit te proberen. Neem nu de manier waarop hij Tsukuru’s pelgrimstocht onder woorden brengt. Die is meer belerend dan we van hem gewoon zijn. Murakami, berucht om zijn onwil om politieke uitspraken te doen en zijn voorkeur voor een geïsoleerd bestaan, lijkt zijn opvattingen over de hedendaagse Japanse maatschappij te hebben aangescherpt en laat ongegeneerd zijn demonen los. De sociale druk, de prestatiedrang, de vereenzaming in de steden, het verstikkende karakter van sommige tradities, de angsten van het moderne individu, het destructieve van vriendschap: Murakami neemt uitgebreid de tijd om enkele van zijn favoriete thema’s dieper uit te werken, maar houdt de teugels van de verhaallijn steeds strak. De afgemeten orkestratie, de zorgvuldig door elkaar heen gewoven rode draden, de realistische plotontwikkeling flirtend met de clichés van de detective (hoewel er enkele misdaden onopgelost blijven), de eerder zeldzame fantasmagorische uitweidingen (maar dan wel lekker geflipt over zes-vingerige mensen), zijn stuk voor stuk elementen die in vroegere romans weinig of niet aan bod komen.
Niet voor niets is Tsukuru een van de minst passieve helden uit Murakami’s oeuvre. Hij is tenslotte de ‘maker van dingen’, een actieve opbouwer die zijn kleurloosheid wil neerleggen, de leegte die hem inneemt wil opvullen, de functionaliteit van stations op zijn eigen leven wil toepassen, niet alleen door diep in zijn verleden te graven, maar ook en vooral door eindelijk dingen te gaan maken, met een pelgrimage als katalysator, de drijfveer die alles op zijn plaats doet vallen.
Wat vinden we op het einde van de regenboog getiteld De kleurloze Tsukuru Tazaki en zijn pelgrimsjaren? Geen oogverblindende schat, wel een rijkgeschakeerde vertelling over vriendschap, liefde en dood, schijnbaar moeiteloos in perfecte banen geleid door een schrijver op de top van zijn kunnen die doet waarin hij uitblinkt, en dat is tot nader order nog steeds verduiveld knappe romans schrijven. De fans zullen niet op hun honger blijven zitten, de nieuwkomers riskeren dan weer de microbe te pakken te krijgen (ze zijn gewaarschuwd). Een Murakami die zichzelf niet (helemaal) opnieuw uitvindt, is nog steeds meer dan de moeite waard. En dat is geen boutade.
Verschenen in: STAALKAART #22, 2013
De kleurloze Tsukuru Tazaki en zijn pelgrimsjaren van Haruki Murakami, Atlas Contact 2013, vert. en van noten voorzien door Jacques Westerhoven, ISBN 9789025442071, 362 pp.
0 notes
firsttimeuser · 10 years
Photo
Tumblr media
Beatles Hotel by Jacques Klok
220 notes · View notes
theswinginsixties · 11 years
Photo
Tumblr media
Fashion photography by Jacques Klok, 1968
169 notes · View notes
humanoidhistory · 4 years
Photo
Tumblr media
A joke by Amsterdam eyewear designer Jan Oostman. The Netherlands, March 6, 1967. Photo by Jacques Klok.
(Koninklijke Bibliotheek)
281 notes · View notes
humanoidhistory · 7 years
Photo
Tumblr media
50 YEARS AGO TODAY: A joke by Amsterdam eyewear designer Jan Oostman. The Netherlands, March 6, 1967. Photo by Jacques Klok.
(Koninklijke Bibliotheek)
305 notes · View notes