Tumgik
keesdp · 9 months
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Afronden en door.
Ik zal het missen, het autorijden op lege wegen in een schitterende natuur. Wat is dat geweldig. En ik heb al wat miljoenen kilometers afgelegd in mijn leven, maar zoals hier, Nou ja, misschien dat Ierland in de buurt komt.
Het land is best groot, 300 km van Noord naar Zuid en 800 km van Oost naar West. Er wonen 338.000 mensen in IJsland, Ongeveer de helft van het aantal inwoners van Rotterdam en daarvan wonen de meeste in Reykjavik en omringend gemeenten.
Wat we onderweg tegenkomen zijn vooral huurcampertjes van het type Doblo of als ze twee keer zoveel neertellen een Renault Master. Ze zijn allen voorzien van teksten als: don´t worry be sexy, of don´t stink while drive. Om duidelijk te maken dat het een rental car is staat er ook over de hele auto de naam van Easycamp, of Gocamper of Cheap campers of Indycamp. Verder rijden er heel veel huurauto's rond van het type Duster van Dacia of Auris van Toyota. Wat er verder rond rijdt is van huis meegenomen of, zoals de Nederlanders van gisteren, in Belgié gehuurd en meegenomen op de boot. Nog altijd de helft goedkoper dan in IJsland huren.
Zoals uit bovenstaande blijkt, hebben we vooral contact met reizigers zoals wij en wafelverkopers, meestal bij musea. De IJslanders zien we eigenlijk alleen bij het afrekenen van boodschappen of consumpties.
Wat wij van IJslanders zien zijn meestal veel te dikke mensen, slecht gekleed. Niet dat de Nederlanders een voorbeeld zijn, ik wil ook niet fatshamen, maar kom op zeg. Ik heb niet 1 charmant geklede vrouw gezien. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Italié of Zwitzerland of Tsjechié. Ik hoop voor de IJslanders dat ze een beetje gezond blijven, want daar ziet het niet naar uit. De vele duisternis in het grootste deel van het jaar zal er wel mee te maken hebben.
Ik kreeg van de Smyril line een update over de vertrektijden. Die bleken hetzelfde dus ik denk, vast een automatisch bericht door de computer op de mail gesmeten. Gisteren hoorde ik van een andere camperaar bij de zoveelste waterval, dat we later vertrekken. huh??? Ik zeg maar de tijden zijn toch hetzelfde gebleven? Ja, zei de in België wonende Nederlander, maar de datum is 1 dag opgeschoven. Miljaar, dat was me ontgaan. Gelukkig geen dag eerder want dan had ik letterlijk de boot gemist. Nu hebben we morgen een dag over, wat zullen we dan gaan doen? Ik heb het gevoel dat ik IJsland uit heb. Morgen dus een vrije dag.
1 note · View note
keesdp · 9 months
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Het Zuiden
IJsland heeft maar een hoofdweg de weg nummer 1. Deze loopt helemaal rond. Sommige wegen in het oosten zijn secundaire wegen, maar omdat je die ook kunt nemen en daarmee rond IJsland kan rijden noemen ze deze ook 1. Ik zie het al gebeuren: waar staat u? op weg nummer 1, kunt u zeggen waar precies? Nee natuurlijk niet. Er staan nergens hectometerpaaltjes en de afstanden tussen de dorpen zijn soms 200 km. Daarbij zijn de plaatsnamen niet uit te spreken met die voor ons vreemde letters en accenten. Ook de benzinepompen zijn dun gezaaid, dus goed plannen en vaak tanken als het kan.
De bewegwijzering is ook iets waar je aan moet wennen. Ongeveer 100 meter voor een kruising of afslag wordt aangegeven welk wegnummer naar links of rechts gaat met het volgende plaatsje achter het wegnummer. Als hij verwijst naar een volgende weg, staat dit wegnummer met een stippellijn omrand. Bij de kruising of splitsing zelf, staat geen bord meer, dus je moet onthouden, wegnummer, bestemming en richting. Kan je het nog een beetje volgen? Nou ik ben in het begin vaak 100 meter achteruit gereden, wat hier geen probleem is want er is bijna geen verkeer.
Ijslanders zijn vreemde mensen. Ze hebben vaak een prachtig vrijstaand huis als je van een afstandje kijkt, maar als je dichterbij komt of naar binnen kijkt schrik je je rot. Wel trekt iedereen zijn schoenen uit als ze naar binnen gaan. Ze spreken zonder uitzondering uitstekend engels, wat maar goed is, want IJslands lijkt nergens op. Het schijnt afgeleid te zijn van het Noors, maar die verstaan ze ook niet. Ook alle info die je op borden en folders vind zijn in het Ijslands en Engels, soms in het Duits ook. Vreemd, want de meeste touristen die wij tegenkwamen waren Italianen en Fransen, oh ja en Amerikanen. Verder een enkele Tsjech, een Nederlander een Zuid-Koreaan, een Belg en een Pool. We zijn geen Scandinaviërs tegengekomen en gelukkig ook geen Russen.
De weg die wij nog moeten gaan (lijkt Mieke Telkamp wel), is de zuidelijke 1 van west naar oost. We denken alle speciale Ijsland dingen al gezien te hebben. Nou dus niet. Dat wil zeggen; het landschap veranderd elke kilometer van de 300. Dan rij je tussen met IJslandsmos bedekte lavavelden, dan weer tussen paarse heidevelden, dan weer door een maanlandschap met zwarte heuveltjes in een vlak groen veld, met links imposante bergen zoals je ze alleen in films ziet over de maan of mars of Game of Thrones, misschien zijn die hier wel opgenomen. Dan weer door gele duinen van steen, bizar gewoon, echt.
We passeren de Eyjafjallajökull, je weet toch 2014 legde hij met zijn aswolk al het vliegverkeer plat in Europa. Er is nu een museum langs de weg waar je de vulkaan ziet. Sporen van de uitbarsting zie je duidelijk op de berg, daar heb je geen museum voor nodig. De enige wc waar ze geld vragen staat hier.
We rijden verder langs de enorme gletsjer Vatnajökull. De grootste van IJsland. We doen er dan ook 2 dagen over om er langs te rijden. Ondertussen veranderen de rivieren onder de bruggen, in met ijsblokken gevulde stromen. We gaan een zijweggetje in. Deze bestaat uit gravel en eindigd na vele bochten, putten en heuvels op een enorme parkeerplaats met bussen en auto's. Je kan hier een boottocht met rib's boeken naar de gletsjer. We gaan informeren of we mee kunnen. Er wordt door de CB om assistentie gevraagd, 2 mannen rennen naar buiten, doen zwemvesten om en springen op een quad en scheuren tussen de touristen door weg. Wij zien de paniek op de gezichten van de vrouwen achter de toonbank. I need assistance now, horen we door de CB. Yeah, we on our way; horen we. Dat is wat we weten, wat er gebeurd was werd ons niet duidelijk. De vrouw achter de balie probeerde achteloos door te gaan met haar werk, het verkopen van 12 zitplaatsen op de 7 rib's á 60 euro. Ik heb 1 plek zegt ze om half drie. anders wordt het half zeven voor ik twee plaatsen heb. Iedereen heeft on-line geboekt. Eén is geen. Als jullie hier rond willen lopen, en over een half uur terug willen komen, is er misschien een afzegging. We gaan rondlopen. Als we over de heuvel zijn weten we niet wat we zien. Een prachtig meer met drijvende ijsschotsen. In de verte zien we de Rib's naar de gletsjer varen. Het is hier zo geweldig, dat we besluiten het hierbij te laten en de Ribvaart een mis te geven.
Ook de Puffintour op een open hooiwagen doen we niet, veel te koud. Ik reken uit dat we 250 euro hebben uitgespaard, dat moeten we vieren in het volgende havenstadje met fish en chips, een veel gevraagde hap bij de pizzeria.
Onderweg zien we een brand in de verte. Het blijkt een huurcamper te zijn als we dichterbij komen, Er zijn al veel mensen bij en de hitte is enorm. Als wij passeren staat hij al volledig in lichterlaaie. Het zal je gebeuren op vakantie vreselijk. Een half uur later komt de brandweer ons tegemoet, nou ik denk dat dat een beetje te laat is.
Op een parkeerplaats zien we een ons bekende camper staan. We zagen hem op de boot, op Sandur Pharoer en bij de zeehonden in het noorden. Nu hier dus weer in het oosten. One life live it staat op zijn en haar camper. Zij trekken zich niets aan van campings en staan overal op parkeersplaatsen. Een enorme antenne staat achterop gebouwd met een benzine generator voor stroom. Toen wij de vorige keer elkaar weer zagen gaf hij mij een visitekaartje. Zij zijn Polen en maken radio verslag van hun reis. Op hun website die ik even open, staat een heel reisverslag van hun reis welke overeenkomt met de onze. Alleen houden wij ons wel aan de regels.
2 notes · View notes
keesdp · 9 months
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
BUITENGESLOTEN
Het wordt de dag van de golden circle. Omdat er meerdere bezienswaardigheden relatief bij elkaar in de buurt liggen, kan men op 1 dag er langs 5 rijden. Excursies kan je dan ook boeken en heten de golden circle. Wij vertrekken uit Thorlákshovn waar we op de camping overnacht hebben aan de zuidkust onder Reykjavik. Het was een fijne camping, eigenlijk meer een grasveld achter het zwembad met een sanitair blok bestaande uit 4 wc's en 2 douches. Van het zwembad hebben we gisteravond nog lekker gebruik gemaakt. Bijna heel IJsland profiteerd van het warme water dat uit de grond omhoog komt. Voor verwarming en energie. We rijden langs een geothermisch park in Hveragerdi, rijden naar Thingvellar waar de Amarikaanse en Europese continenten scheiden, welke een enorme kloof oplevert, gaan langs de Geysir, een park waar stoom uit de grond in de lucht schiet en tenslotte de Gullfoss een enorme waterval. Overal komen we weer de zelfde 10000 touristen tegen die met bus, dan wel eigen vervoer diezelfde route afleggen. Alleen de Bleu Lagoon doen we niet, omdat 80 euro entree en beetje jaukah is, zoals we dat in Den Haag zeggen. Je kan op veel plekken voor niets in 40 graden water badderen.
Het weer begint regenachtig, maar in de loop van de dag klaart het op en we eindigen de trip met een stralend zonnetje. We vinden een camping in Hvölsvollur, waar onze campingcard geldig is. We waren hem bijna voorbij gereden, omdat als hier op een bord staat dat je 200m rechts de camping is, ze bedoelen ga HIER rechts dan zie je na 200m de camping.
We vragen aan 2 mannen die een biertje drinken op klapstoelen voor de gemeenschappelijke keuken, of er een receptie is. Maar nee net als veel campings is er geen kantoor en komt er iemand op een onbepaald tijdstip afrekenen, zegt de man met de witte baard. in keurig engels. Als ze daarna weer met elkaar praten blijken ze duitsers te zijn. Oh, het kan dus wel.
We zoeken een plekje in de zon, draaien het scherm uit, zetten tafels en stoelen buiten, schenken drankjes in, kortom, we schieten in de kampeer modus. Wanneer ik me voorover buig om mijn glas te pakken, hoor ik de auto op slot gaan. Ik heb de sleutels met afstand bediening in mijn zak. Ik denk ik leg ze binnen en laad ook meteen mijn telefoon op. Ik gooi de schuifdeur dicht en loop om naar mijn deur om een pet te pakken voor de zon. Deze blijkt op slot te zijn. Erger nog alle deuren blijken op slot te zijn. De reserve sleutel in Yvonnes tasje blijkt binnen te zijn evenals mijn sleutels en telefoon. Niet in paniek raken, er zal toch wel een simpele manier zijn om binnen te komen… Nee, de zwakke plek, het klapraam heb ik na de inbraak in Griekenland, van een extra stang voorzien, zodat de handeltjes geblokkeerd zijn.
De dakluiken zijn ook dicht net als alle ramen.
Onze hele vakantie zit nu in een afgesloten auto. Eten, drinken, slapen, wassen, kleding en reizen zijn afgesloten. Een beetje paniek nu bij Yvonne.
In mijn telefoon staat een anwb-app, zodat als ik de alarmcentrale bel, zij mijn lokatie weten. Met Yvonnes telefoon, die ze gelukkig in haar hand heeft en niet ligt op te laden in de auto, moeten we via Google alarm slaan. Ik moet toestemming geven om lokatie te delen en vul alles in wat aan mij gevraagd wordt. Ik weet het anwb lidmaatschapnummer uit mijn hoofd dat scheelt. Als alles is ingestuurd krijg ik een smsje dat meer informatie nodig is. Of ik de alarmcentrale wil bellen. Ik wordt door de telefoon gewaarschuwd dat de gesprekken opgenomen worden. Ik zou zeggen neem de hoorn maar eens op. Na een minuutje komt een man aan de telefoon. Hij ziet op zijn scherm het adres waar ik sta en ik moet dat bevestigen. U staat op Tjalds… ik kan het niet uitspreken zegt hij. Ik ook niet maar dat klopt. Oh, en u bent buitengesloten? heeft de campingreceptie geen reservesleutel van uw huisje? Het is mijn eigen camper waar ik niet in kan. Ja… Ik ga iemand sturen. U krijgt hulp. Het kan wel lang duren. Daar heb ik begrip voor.
Ondertussen hebben buren op de camping vernomen wat er aan de hand is. Veel goedbedoelde raad, maar daar heb ik niets aan. Een man met een gele plastic bril zegt dat hij een hele handige Pool kent, hij zal hem even bellen. Na een telefoontje in het Ijslands zegt hij dat hij over 10 minuten hier is. Oke ik ben benieuwd. Ondertussen belt een juffrouw van de alarmcentrale dat ze de IJslandse hulpdienst naar me toe heeft gestuurd. Nou nou.
Na 10 minuten stopt er een Honda CVR naast ons met een vriendelijke man. De man met de gele bril wijst naar ons. De man stapt een beetje verlegen uit met een luchtzakje en een ijzerdraad. Kennelijk weet hij wat er verwacht wordt. Hij plaatst het zakje tussen de deur en begint te pompen. Er zit geen beweging in. Hij gaat bellen. Na een paar minuten geeft hij de telefoon aan mij met de vraag of ik engels spreek. Nieuwsgierig vraag ik door de telefoon wie mij wil spreken. Een vrouwenstem zegt dat er een man mij komt helpen, ik moet even geduld hebben, want hij is even uit de buurt. Ik begin mij af te vragen wie er het eerst komt. De verlegen man gaat er inmiddels stiekum vandoor. Na een kwartier komt er een jeep met een goedlachse vrouw achter het stuur. Ze heet Asta, ik vraag haar of ik haar aan de lijn had. Ja, ik wacht op mijn guy, hij is heel goed. Maar bent u dan van de autohulp Ijsland? Ik ben de boss, zegt ze. Mijn guy heeft de auto zo open, zegt Asta. Ik vertel haar dat ik de anwb heb gebeld. Ja, die vrouw heeft mij gebeld. ???? Even later stopt er een stinkende Subaru naast ons. 2 mannen zitten erin en Asta wordt enthousiast, hier is hij. De man stapt uit met een beker met deksel, met 2 luchtzakjes 2 griptangen en 2 stukken stug draad, waarvan een van staal. Hij zet zijn beker met inhoud op het gras en begint direct met pompen en wriemelen met de draad tussen het rubber van de deur. De andere man zet de camera van zijn telefoon op selfie en houd hem tegen het raam van de andere deur, zodat de wriemelaar kan zien wat hij doet. Asta zegt dat ik hem als het lukt een beetje geld moet geven. Tuurlijk. Tegen Yvonne zegt ze dat hij wel duur is, maar ook de beste. Na 20 minuten ongeveer klikt de deur uit het slot. Ik ga naar binnen en steek gelijk de sleutels weer in mijn zak. Ik weet niet hoe ik hem moet bedanken hij is alweer bij zijn auto en zwaait. Ik loop hem achterna en vraagt, een bankbiljet van 5000 uit mijn portemonnee halend hoeveel hij van mij krijgt. 10? zegt hij, dan ziet hij de 5000 en zegt oke ook goed. Nu pas vraagt hij waar we vandaan komen. Uit Nederland en wijs naar mijn nummerplaat. Oh, het is je eigen auto. Ja, zelf gebouwd, zeg ik. Wat? Ik dacht dat het een verhuurcamper was. Wow heb je ook solarpanels? Ja 300W. Dan heb je geen elktriciteit nodig. Nee dat klopt. Als vrienden nemen we afscheid. Hij blij wij blij.
De volgende morgen komt Asta geld halen voor de camping. De meeste campers zijn dan allang weg. De campingcard geldt hier niet zegt ze, dat is dan 4000 ISK. Ik betaal zonder morren, zij is ten slotte de boss.
1 note · View note
keesdp · 9 months
Text
1 note · View note
keesdp · 9 months
Text
De aanval zoals op Polarsteps is gepubliceerd
1 note · View note
keesdp · 9 months
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Langs de fjorden
Als het weer je niet bevalt in IJsland wacht dan 5 minuten, zegt de IJslander. Maar wij hebben de laatste dagen vrij stabiel weer. Het is niet meer mistig, het regent niet meer en de temperatuur loopt op tot zomerse waarden van zo'n 14 graden celcius. Het zonnetje komt zelfs af en toe te voorschijn. Maar ik houd mijn wollen vest voorlopig wel aan, al moet ik bij een wandeling bergop de rits soms openzetten.
Langs de fjorden rijden in het noorden langs de Atlantische Oceaan is een adembenemende rit. De natuur is prachtig met fantastische vergezichten en deels besneeuwde bergen aan de overkant. De wegen zijn over het algemeen goed, met hier en daar een onverharde weg. Er is zeer weinig verkeer. Soms wordt je ingehaald door een asobak, daar bedoel ik mee een Amerikaanse pick-uptruck met enorme wielen. Op een asfalt weg is dat niet erg, maar op een grindweg schieten de stenen door de lucht. Gelukkig is het tot nu toe goed gegaan. Ik zei al; het verkeer is schaars. Wat opvalt zijn de vouwwagens die veel auto's achter zich aantrekken. Ook hier en daar een caravan of een huurcamper.
We stoppen bijna voor iedere waterval, die Yvonne moet fotograveren en af en toe een museum. Zo zijn we in het auto(wrakken)museum geweest, het zeehondencentrum, de grafheuvels van de laatste ter doodveroordeelden in 1830, het schapenmuseum en bijna het poolvossenmuseum. Er is meestal niet meer te zien dan wat opgezette dieren en veel tekst over onderzoek naar deze dieren, en je steunt dat onderzoek door een kaartje te kopen. Dat doen we graag, vooral omdat ze meestal een heerlijke maaltijd serveren in het cafe in het museum. We beginnen altijd met wafel en koffie. Dat wordt geserveerd met een bak room en een bakje jam. Dan krijgen we subtiel een menu toegeschoven en voor we het weten zitten we aan de lamsbout of forel. Want lekker eten maken kunnen ze die IJskonijnen.
Levende dieren zien we ook veel onderweg. We spotten een walvis in het smalste fjord op de kaart, een heleboel zonnende zeehonden op een landtong, een kat die kopjes komt geven en heel veel vogels. Yvonne wil dat allemaal vastleggen, maar bij de stern gaat het mis. Ze komt kennelijk te dicht bij het nest en een stern gaat in de aanval. Ze scheert in duikvlucht op Yvonne af en vlak boven haar hoofd stijgt ze weer op om opnieuw de aanval in te zetten.
Dode dieren zien we ook. Zo zien we in de haven van SIglufjordur een vissersboot uitgeladen worden. Grote bakken met kabeljouw staan op de kade. Een tonijn zonder staart en een krab liggen op de kade. gelukkig zijn alle vissen al dood, al is dit toch ook een luguber gezicht. Er is ook een bak met platvissen. 1 grote schol en 3 scharren zijn apart in een bak gegooid samen met een rode poon. Yvonne vraagt aan de eerste de beste uitlader, of ze vis kan kopen. Moet je die grote man met die trui vragen. Oke, can I buy fish from you? vraagt ze. Wat wil je? vraagt hij. Yvonne wijst naar de schol. Hoeveel? vraagt hij. Two, zegt Yvonne er helemaal niet bij stilstaand dat we niet eens Ijslands geld hebben. Oke zegt de man, dan moet je ze alle drie nemen en hij gooit de drie scharren op het dek. Neem maar mee zegt hij. No problem. Op de camping is een gezamelijke keuken, zoals op bijna alle Scandinavische campings. Yvonne googled hoe je ze scoon moet maken en bereiden en we eten die avond een heerlijke verse delicatesse om je vingers bij af te likken.
6 notes · View notes
keesdp · 9 months
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
1 note · View note
keesdp · 9 months
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Walvisjes kijken
In de folder staat dat het whale watching het best vanuit Husavik gedaan kan worden. Hier heb je de meeste keus als het om boten en prijzen gaat. Wij gaan voor de Andvanti, die in de folder staat met allemaal blije mensen aan boord die hetzelfde gekleed zijn. Een gefotoshopte uit het water springende walvis op de voorgrond. Het is een eikenhouten schip dat elektrisch wordt aangedreven. Dat lijkt ons het beste om de walvissen te besluipen. Je kan ook op een RIB, een Rubber Inflateble Boat met enorme buitenboord motoren, maar dat lijkt ons toch wat te koud. Dan zit je achter elkaar op een soort zadel en kan je je vasthouden aan een beugel voor je. Hoe moet je dan foto's maken heh?
We komen in Husavik aan en rijden direct door naar de haven. Wonder boven wonder vinden we daar een parkeerplekje, want er is een festival gaande in de haven met kermis en al. We zien de Andvanti werkeloos naast een kapot houten zeilschip liggen, terwijl andere boten en RIBs af en aan varen met in oliepakken gestoken walvis verwachters.
We gaan op zoek naar de kaartjesverkopers. Na een aanwijzing van een man die met 20 oliepakken op zijn rug van een boot komt, vinden we de receptie van de whale watching boven aan een stenen trap.
Bij de balie vraag ik of we kaartjes kunnen kopen voor de Andvanti. Today? vraagt ze. Ik vermoed dat ze me zo gaat uitlachen en ik zeg if possible. How many? vraagt ze. Two, zeg ik en heb het gevoel dat ze gaat zeggen kom morgen maar terug. Ze kijkt lang in haar computer en ik kan aan haar gezicht niet aflezen of ze haar best doet voor ons. 17:00 hours zegt ze plots. We moeten 20 minuten daarvoor bij de kleedruimte zijn beneden om een oliepak aan te trekken. Yvonne vraagt of we korting krijgen omdat we oud zijn. Oke, zegt ze, ik zal er 5% afhalen. Veel is het niet, maar het gaat om het idee.
Om half 5 gaan we richting kleedruimte, tussen de foodtrucks en terrasjes door. De kermis maakt een enorm lawaai. Grote boxen produceren zo'n 120 dB. Een podium wordt opgebouwd voor de live muziek vanavond.
In de kleedruimte is het druk met passende mensen. We krijgen een oliepak aangemeten. die je niet aankrijgt als je je schoenen nog aan hebt. Het is geen ski- of motorpak. Daar komen de meeste mensen pas achter als ze op een been staan te hinkelen.
Met de pakken aan begeven wij ons ongemakkelijk bewegend naar de boot. We gaan meteen naar het bovendek, omdat we vermoeden dat we van daar uit, het beste zicht hebben op die grote zeezoogdieren. Het weer is vandaag best goed voor IJslandse begrippen. Het is droog, weinig wind en net boven de 10 graden. De zee ziet er kalm uit. We passeren wat cruiseschepen en kiezen het ruime sop. Omdat we boven staan, neemt de deinig grote vormen aan als we de Atlantische Oceaan opvaren. Toch wordt er niemand zeeziek. Als je maar naar de horizon blijft kijken, en net als ik een paar biertjes op hebt, kan je niks gebeuren.
We zien de papagaaiduikers om ons heen over het water scheren. Hun vleugels kunen wel 300 keer per minuut heen en weer gaan, zodat je de vleugels bijna niet ziet. Soms zie je ze duiken, of gewoon op het water drijven.
Na 45 minuten varen neemt een jongedame het woord. Zij is onze gids en gaat ons alles vertellen over de walvissen die hier leven, maar eerst wat veiligheid instrukties voor als het mis gaat met dit volgepakte onstabiele bootje.
We turen allemaal naar de horizon om als eerste een walvis te zien spuiten. Ze spuiten wel 5 meter hoog, dus kan je ze van ver zien. De gids ziet ze natuurlijk als eerste met haar getrainde oog. Ze ziet ook meteen dat het een bultrug is. Ik zet mijn camera op sport, zodat ik vele shots achter elkaar kan maken.
Of de duvel er mee speelt, verschijnen bijna alle walvissen aan bakboord en ik sta aan stuurboord. Toch kan ik er wel een paar vastleggen, omdat de boot door de naar links verplaatsende mensen sterk overhelt, kijk ik over ze heen.
Het is adembenemend om deze 16 meter lange beesten te zien happen naar de griel en dan weer onder duikt. Als je de rug ziet krommen en daarna de staart boven water komt duikt hij of zij naar beneden om een tijdje weg te blijven.
We hebben geluk dat er twee bultruggen in onze buurt blijven om te eten. De gids raakt er ook opgewonden van, want ze zijn meestal alleen. We hebben niet zoveel geluk als de mensen die ze vanmorgen had. Toen sprongen er drie boven water. De gids weet niet waarom ze het doen, maar als er een het doet volgen er meer. Ze weet er veel van en studeerd na de zomer af op orca's.
Op de terugweg naar de haven krijgen we warme chocoladewater en kaneelbroodjes. Ze smaken goed na zo'n 3 uur op zee.
Als we de haven binnenlopen spelen ze op het podium Dancing Queen van Abba. Zo vals heb ik het nog nooit gehoord.
4 notes · View notes
keesdp · 9 months
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Papagaaiduikers
Op de Noordoostelijkste rots van IJsland is een rots waar de Puffins, zoals ze hier heten, broeden voor ze weer naar zee gaan in augustus. Dit is de informatie die in mijn hoofd is blijven hangen als we voet aan wal zetten in Seydisfjordùr. De haven van IJsland waar we aankomen met de MS Nórõna.
We melden ons bij de camping waar mijn campingpas klaarligt die ik online gekocht heb. Volgens de informatie, ook op de boot beweerde men dat, zijn alle campings in IJsland voor 30 nachten hiermee betaald tot 15 september. Alleen moet je bij sommige wel extra dingen als electriciteit of douche apart betalen. Men krijgt ook korting op brandstof bij de meestvoorkomende benzinepompen.
Op naar de Puffins. De weg er naar toe lijkt uit een sf-film. We gaan over bergen door mist en motregen, de ene keer zitten we onder de wolken om daarna weer boven de wolken te rijden. Het stadje Digranes lijkt op een slagveld die tot camping is omgebouwd. Overal liggen verroeste boot- en auto-onderdelen. De bebouwing bestaat uit verroeste golfplaten. De ligging is prachtig aan een baai. Er is een rood huisje dat met gras is bedekt, zodat het dak naadloos in de tuin overgaat, hier is Yvonne weg van. Zij loopt het halletje in en blijkt bij iemands huis te zijn binnengedrongen. Bloody tourist. Een bus laad 40 toeristen uit, die met regenkleding achter een gids met opsteek bordje aanlopen. Overal in het dorp staan caravans, tenten en vouwwagens, een enkele camper staat ertussen. Waarom dit zo'n populaire badplaats is, is mij een raadsel.
De puffins zijn 5km verderop, wijst een bord mij in het dorp. We rijden een smal weggetje af door de duinen en komen bij een haventje met parkeerplaats. Achter de haven is een rots waar overheen een houten trap loopt, waar veel mensen op lopen en staan. De trap gaat naar een uitkijkpunt waar we ook mensen ontwaren. Als we dichterbij komen, blijkt de trap over de rots te lopen waar honderden puffins op hun eigen plekje zitten en af en toe even naar zee gaan om een visje op te duiken. Ze zijn zo dichtbij, dat je ze bijna kunt aanraken. Er hangen bordjes met wetenswaardigheden over ze, zoals dat ze vliegend een snelheid kunnen halen van 90km/uur en wel 40m diep kunnen duiken. Ze kunnen wel 30jaar oud worden. We kunnen bijna niet ophouden met fotograferen en brengen een paar uur door tussen de clowneske vogels met oranje zwemvliezen.
Bij de tweede camping in Vopnafjordur gaat het al mis. Er is maar een derde van de campings aangesloten, blijkt hier als de vrouw geld voor de overnachting komt ophalen. Ik laat het pasje zien en zij begint met haar hoofd te schudden. Nee €30 zegt ze, nou dan ga ik verder zeg ik. Ze loopt rood aan. Ga! Nu! Ik moet denken aan Rembo en Rembo. Ik zie je nog steeds. Rustig zetten we de losse spullen weg, klappen de tafel weg draaien de stoel in rijrichting en starten de auto. Zij zit in haar Pickup truc te wachten tot we de camping afrijden en ze volgt ons het dorp uit. Yvonne zwaait nog, maar ze zwaait niet terug. Gelukkig wordt het in dit land niet donker en rijden we midden in de nacht door een vreemd maanlandschap 36km naar de noordkust, waar volgens mijn app een camping is waar de pas wel geaccepteerd wordt.
Als we een dag later willen tanken, blijkt dat de pompen die korting bieden op de pas nog dunner gezaaid zijn. Ik ga toch tanken bij N1 en betaal €2,16 voor een liter diesel. Goed dat ik hem op de Faroers volgegooid heb, daar was het €1,26 per liter.
2 notes · View notes
keesdp · 9 months
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Faroer eilanden.
Na 30 uur op de boot zijn we blij land te zien. Het is al 23:30 uur, maar het is hier nog licht genoeg om de eilanden te zien als we allemaal op het dek staan te kouwkleumen. Eindelijk weer land. We gaan de trapjes af van dek 9 tot waar onze auto staat op cardeck 3. Net als alle passagiers trouwens wat een enorme drukte geeft in de stalen trappenhuizen. Als we eindelijk onze auto betreden zien we de campers om ons heen al gaan rijden. Snel starten en later de spullen opruimen dus. Het is verboden om niet op campings te overnachten, zegt de lokale overheid. Maar de camping in Tórshavn is alleen toegankelijk als je gereserveerd hebt zegt de man met de kabouterbaard bij de ingang. 50 km verderop in Vestmanna is altijd plaats zegt hij. Wij hebben geen zin om zo ver te rijden in de nacht, al is het best nog licht, en vinden een plekje bij het atletiekveld, waar mensen een wandelingetje maken op de mooie rode baan, om zo met elkaar te praten of om gezellig te keuvelen naast elkaar. 3 ronden op de baan is toch 3 x 400m vlakke weg. Zelfs mannen met een rollator doen het, alleen niet snachts. Een prima plekje zo aan de rand van de stad. We zullen hier nog 3 overnachtingen maken in deze 10 dagen. Vlak bij ons is het Nordichús, een cultureel centrum waar iedereen welkom is. Er is ook een park in Tórshavn met een mooi kunstmuseum. We genieten van beiden. We zijn van plan om alle eilanden te bezoeken die niet alleen met boot of helikopter te bereiken zijn, maar wel met tunnel of brug. Prachtige natuur vinden we op de stille wegen en weggetjes, waar altijd schapen lopen. Overal hebben we zicht op de zee en kunnen we kilometers ver kijken. De dorpjes liggen zonder uitzondering in een baai aan de zee en zijn via een weggetje langs de kust te bereiken. Meestal moet je dan hetzelfde weggetje weer terug om naar de volgende nederzetting of eiland te gaan. Er zijn een paar uitzonderingen, waar een tunnel door de berg een verbinding maakt met de andere kant van het eiland. 1 uitzondering is Eidi (waar het kunstgras voetbalveld een camping is, Wij staan in de 16), daar kan je een weggetje over de bergen nemen naar de andere kant van het eiland. Door alle wegen te nemen die er zijn, zien we heel veel van Faroer. We hebben 10 dagen, dus rijden we ze allemaal af. In Hvannasund vinden we een plekje in de haven naast de sleephelling. We gaan wat wandelen en zien een boot met mensen de trossen los gooien. Yvonne roept naar de schipper of we meekunnen. De man knikt en Yvonne zegt: maar dan moet ik eerst m'n jas halen. No, zegt de man, NOW. De treeplank is al weg en een bemanningslid wijst ons naar de achterkant van de boot waar hij een railinghek open maakt zodat wij aan boord kunnen komen. Benedendeks zit een man die kaartjes verkoopt. Je kan er ook koffie krijgen uit de automaat die ook creditcards accepteerd. Ik vraag aan de schipper waar we heen gaan. Hij noemt de eilanden die in het Noorden liggen. En gaat u daarna dan ook weer terug? Ja hoor na 2,5 uur zijn we terug. Wat een mazzel, voor het zelfde geld moesten we overnachten op één van die eilanden. Het zijn vriendelijke mensen. Als we de volgende dag de boot weer zien varen, zwaaien we naar de bemanning. Zij herkennen ons en zwaaien terug. De stuurman komt zelfs even naar buiten om te zwaaien. Het land ziet er vanaf zee heel anders uit. We besluiten meer eilanden te bezoeken die ook per ferrie te bereiken zijn, zoals Sandur in het zuiden. De ferrie gaat om de 1,5 uur en zit meestal stampvol. Op de terugweg moest er zelfs 1 auto op de kade achterblijven en konden wij als laatste mee. Het is een prachtig eiland en binnenkort per tunnel te bereiken. Het enige eiland met zandstrand, vandaar de naam. We zijn 10 dagen hier geweest en dat was prachtig. Langer hoeft echt niet, we hebben volgens mij alles gezien wat de moeite waard is. Alleen de Faroers vinden dat we ook de slachting van de grienden hadden moeten zien, Wij zijn blij deze gemist te hebben. Over cultuurshock gesproken.
4 notes · View notes
keesdp · 9 months
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Hier nog wat foto'svan de Faroèr Eilanden. Wat hebben wij hier genoten van de rust en de natuur, zoals je nergens vind.
1 note · View note
keesdp · 9 months
Text
Tumblr media
2 notes · View notes
keesdp · 9 months
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Jammer
Ik heb al 2 verhalen geschreven, maar door dit kloten chromebook, die het mij makkelijk zou moeten maken, ben ik ze kwijt. Als ik ze eenmaal geschreven heb, weet ik ook de tekst niet meer en kan ik het niet nogmaals schrijven. Daarbij doet Tumblr ook moeilijk met het 3G netwerk. Kortom je zal het even met de foto's moeten doen. Ik hoop dat het op Ijsland beter gaat.
1 note · View note
keesdp · 10 months
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
HET VERTREK
Een reis zoals we nu gaan beleven is heel anders dan onze vorige reizen. Of toch niet? Het enige verschil is de boottocht. Naar het noorden gingen we ook al eerder. Maar toch is deze op een of andere manier spannender. Het lijkt wel of er meer op het spel staat. Ik heb een heel schooljaar gewerkt om deze reis mogelijk te maken zonder in de problemen te komen. Misschien daarom wel. Vrijdag 7 juli is mijn laatste werkdag. De kinderen die ik normaal naar huis breng in Maasland zijn om 12 uur vrij voor de grote vakantie. Ik rijd voor de laatste keer richting Iepenburg naar SO Het Avontuur. Op de Wippolderlaan krijg ik de melding op mijn scherm dat de kinderen door de moeder worden opgehaald. Dat is jammer, ik had nog wel even afscheid willen nemen van ze. Ik rijd toch door naar de school om van de leraren afscheid te nemen, kan ik daarna de auto inleveren in het Forepark. Ik schud de leraar de hand en rijd weg. Mijn telefoon gaat en de moeder belt in paniek; Nu rijd U weg en de meisjes hebben wat voor U, komt u nog terug? Natuurlijk doe ik dat. Als ik terug kom rijden staan de meiden van 7 en 12 te springen als ze me zien. De oudste heeft een tasje voor me Er zit een plak chocolade in en een kaart door de jongste geschreven, waarin ze me bedanken voor het rijden met de taxi. Er zit ook een mooi doosje in met een strik erom. In het doosje zit een lederen sleutelhanger met een stalen bandje waarop BEDANKT KEES staat gegraveerd. Ik krijg het er warm van. Met een dikke knuffel van beide meisjes ga ik heerlijk op vakantie.
We zijn op weg. Voor de boottocht heb ik de bullbar aan de voorkant, de achtertreeplank en de trekhaak verwijderd van de auto om onder de zes meter lengte te komen. Een absolute grens voor de Smyril-line. Langer dan zes meter is flink meer betalen.
Het is net als de dagen er voor prachtig zomer weer. We hebben niets te klagen. Als we op de grens van Duitsland en Denemarken willen overnachten, worden we door een parkwachter verteld dat het een natuurgebied is geworden en dat het overnachten niet meer mag, omdat voorgangers er een zooitje van hebben gemaakt. Jammer dat camperaars het voor zichzelf en anderen verpesten. Er komen er steeds meer en de tolerantie wordt steeds minder. Ook in Denemarken staat nu op elke parkeerplaats dat overnachten verboden is en de maximale parkeertijd een paar uur. We zijn genoodzaakt om op campings te overnachten, wat niet goedkoop is in Denemarken.
Hoe meer we naar het noorden komen, hoe slechter het weer wordt. Regen en wind zijn we al maanden niet gewend, maar we zullen wel moeten, op de Faroer eilanden en op IJsland zal het niet beter zijn, maar we zijn er op voorbereid. We hebben er kleding voor bij ons en een lekker kacheltje in de auto gebouwd.
3 notes · View notes
keesdp · 2 years
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
DE DETAILS
Zoals ik al dacht, willen veel mensen alles weten over de treinrit op de Mont Blanc. Dat snap ik best, maar dat moet je dan maar even Googlen. Waar ik het over wil hebben is over punt 3 in de opsomming. Eigenlijk niet iets waar je met de familie over praat. Die willen het eigenlijk niet weten, maar die hoeven het niet te lezen als ze dat niet willen. Dus als je geen rooie oortjes wil; stop met lezen.
Port La Nouvelle, een breed strand, waar op de grens van hard naar zacht zand campers en auto's geparkeerd staan. Wij zetten onze camper neer met de schuifdeur naar de zee. We dekken de ramen af voor de zon, zetten de stoelen buiten en hangen de 10 liter douchezak aan de luifel in de zon, zodat we na het zoutwaterbad even af kunnen spoelen en haren wassen. In mijn geval alle drie. Achter ons komt een vrij nieuwe Adria buscamper met Italiaans kenteken staan. De vrouw zit achter het stuur en de man met cowboyhoed niet. Logisch. Ze waren al een paar keer langs gereden had ik gezien en ik heb ze vriendelijk gegroet. Misschien komen ze daarom bij ons staan. Luigi en Gabriëlla zijn tientallen jaren jonger dan wij. Wat het eerste opvalt aan Luigi is zijn lengte, of liever het tekort aan lengte. Hij is kleiner dan Yvonne. Het formaat van zijn edele delen compenseren dat echter ruimschoots. Hij doet me denken aan een acteur uit een Beierse pornofilm. Hij heeft hetzelfde accent en zijn slurf zou een olifant niet misstaan. Bij Gabriëlla is alles groot, daar wil ik het bij laten. Het is weer behoorlijk warm en het zeewater is heerlijk, dus wij gaan steeds even zwemmen in de kalme zee en douchen bij de camper. Het voordeel van een naturistenstrand. Wij verbazen ons dat zij niet buiten zitten en niet gaan zwemmen. Wanneer we onder de douche staan, komen ze even buurten. Ze bewonderen de kaart van Europa op de zijkant van de auto en vertellen waar zij geweest zijn en vragen waar wij gaan of geweest zijn. Luigi spreekt Engels als in een slechte film, Gabriëlla kan goed Engels en vertaald het meeste voor Luigi, die zegt 7 talen te spreken. I am not stupidde. Ze nodigen ons uit een biertje te drinken bij hun. I have fresh beer from the frigje. Cold beer from the fridge, vertaald Gabriëlla. We pakken een paar handdoeken om op te zitten en schuiven voorzichtig in hun camper aan. Luigi zit op een twee persoons bankje en gebaart Yvonne naast hem. Yvonne zit op een bil, want het is toch ongemakkelijk in zo´n kleine ruimte. Ik zit half op de omgedraaide bijrijders stoel en Gabriëlla schuift langzaam voor mij langs op de omgedraaide chauffeursstoel. Luigi is heel druk en praat met zijn handen als een echte Italiaan, ofschoon hij eigenlijk Marrokaan blijkt te zijn. Hoe ze aan geld komen weet ik niet, want werken doen ze niet meer. Zij schijnt van goede komaf te zijn, haar familie heeft grote landhuizen begrijp ik. Ik denk mafia. Zij draaien de ene joint na de andere, maar met de schuifdeur en het raam open hebben wij er geen last van. Spreek jij een beetje Italiaans? vraagt hij aan mij. Un poco, zeg ik, Ajuto. Gabriëlla komt tot leven. Ajuto hihi that is funny, ajuto hihi, ajuto hihihi. Yvonne vraagt wat dat betekend. Help, zeggen Gabriëlla en ik tegelijk. Ze lacht niet uitbundig, er beweegt bijna niets aan haar, maar ze herhaalt het nog een paar keer. Luigi is het allemaal ontgaan. hij verteld wat hij allemaal gebruikt heeft in Amsterdam en gooit een flesje om op de tafel. Ik weet niet of het wat uitmaakt als een joint draait met in bier gedrenkte shag. Het gesprek komt op welke campings en naturistenstranden wij en zij geweest zijn. Zij komen net van Le Ran du Gabrier. Ik heb verhalen gehoord over deze swingerscamping. Op Cap d'Agde zijn ze ook geweest. Nou wij ook, dus wij weten wat daar allemaal gebeurt. Luigi verteld over hun ervaringen over 12 mannen en 1 vrouw in Club Cinema. Hier grijpt Gabriëlla in. Nee het waren 9 mannen en 3 vrouwen, alsof dat het beter maakt. Wij houden ons op de vlakte. Wij zijn tenslotte zeventigers, van ons wordt niet verwacht dat wij daarmee bezig zijn, denk ik. Luigi zegt tegen Yvonne You are to swingkers hé. Yvonne vraagt aan mij wat zegt ie? Of wij ook swingers zijn, zeg ik. Gabriëlla kijkt mij vanuit haar ooghoeken verwachtingsvol aan. Nee, oh nee, zegt Yvonne. Ik ga weer zwemmen zeg ik. Ik ga mee, zegt Yvonne en weg zijn we. Als we weer uit zee komen, zijn ze aan het inpakken. Ze komen nog gedag zeggen voor Gabriëlla weer achter het stuur kruipt. Yvonne geeft ze met gestrekte arm een hand, ik volg haar voorbeeld. Luigi blijft nog lang zwaaien tot ze aan de horizon verdwenen zijn. We zullen nu nooit weten hoe het geweest zou zijn met ze, en dat knaagt toch een beetje aan me.
1 note · View note
keesdp · 2 years
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Elke dag een feestje
Deze vakantie is net als al onze andere reizen, één en al genieten. Elke dag maken we weer wat mee. Logisch, want elke dag zijn we ergens anders en/of doen iets anders. Daarom kan ik niet elke dag een verhaaltje maken. Ik heb er eenvoudig weg de tijd niet voor. Daarom pik ik er soms een gebeurtenis uit om over te schrijven en soms heb ik wel een verhaaltje, maar dan heb ik geen bereik of helemaal geen internet. Één keer had ik een verhaal helemaal af, maar door een opdringerige update vergeten te saven en toen was het weg. Dan heb ik geen zin meer om het verhaal nog eens te schrijven en laat ik het zitten. Kwaad ga ik dan naar bed en wil helemaal niet meer schrijven. Gelukkig duurt dat niet zo lang. We hebben intussen zoveel beleeft dat ik ditmaal volsta met een opsomming van de gebeurtenissen. Wil iemand meer weten over een bepaalde gebeurtenis, meld het mij en dan schrijf ik er bij voldoende belangstelling meer over. Ik weet nu al welk item dat gaat worden.
1. Na de touretappe gaan we verder de Pyrinëen in en komen terecht in Axat. De toeristische open trein gaat om 15 uur, dus we hebben nog 3 uur om in het zwembad dat aan het station gevestigd is te gaan zwemmen. Dat is het voordeel van een camper, je hebt altijd alles bij je. De trein gaat tot St.Paul, waar we jaren geleden dachten 20 minuten te hebben voor de trein weer vertrok, maar dat bleek maar 10 minuten treinwissel en toen hebben we met een taxi de trein achterna gereisd met 2 honden. We hebben wel de ritprijs teruggekregen. Dit keer is het echt 20 minuten en we gaan bij het cafe op het pleintje een paar flesjes pils uit de ijskast halen en moeten €6 afrekenen bij de oude tang, terwijl ze niet eens statiegeld kennen in Frankrijk.
2. In Leucate is een naturistendorp aan een prachtig naaktstrand. We besluiten hier te overnachten om morgen het strand te bezoeken. Ze hebben er alles aan gedaan om het onmogelijk te maken voor campers, maar wij vinden toch een onopvallende plek en beleven een rustig nachtje.
3. Na heerlijk gezwommen te hebben gaan we op weg naar Port la Nouvelle onze favoriete plek al vele jaren. We zijn even bang dat je ook hier het strand niet meer op kan met de auto, want bij La Palme is alles veranderd, maar via de camping kan je toch het strand op rijden. Het is er behoorlijk druk, maar ook enorm groot, vooral het naturisten gedeelte. Het is weer heet en we gaan om de tien minuten het water in. Naast ons is een Italiaanse camper komen staan. Het stel is zo'n 15 a 20 jaar jonger dan wij. Zij nodigen ons uit in hun camper een biertje te drinken. Het is erg gezellig en op een gegeven moment willen ze een potje rollebollen met z'n vieren.
4. We gaan naar de Camarque. De weg tussen Cap d'Agde en Séte is niet meer te herkennen. Vroeger reed je langs het strand, maar nu is de weg verlegd en zie je geen zee meer, ook het meer aan de andere kant is door de begroeiing aan het oog onttrokken. Jammer.
5. We spreken af met onze Noorse vrienden die in Milaan zitten, elkaar in Chambery te ontmoeten, dat is voor ons nog een flink stuk door de Provence. Samen rijden we naar het meer bij Aix Le Bain, waar we samen eten en de volgende dag na het gezamelijk ontbijt, gaan zij weer terug naar het noorden via Kröv aan de Moezel, waar ze een vast wijnadres hebben. Wij gaan verder de Alpen in.
6. Wij gaan naar Chamonix. Daar ben ik nooit geweest omdat onze vorige campers er niet toe in staat waren. Met deze auto geen probleem. Bij toeval stuiten we op het treintje dat over 5 minuten vertrekt naar de Mont Blanc, naar het ijsmeer. De trein klimt van 1500m naar 3000m. Daar is een kabelbaan naar de ijsgrot. Je kan ook de 500 treden trap nemen. Wij doen dat niet, wij gaan een biertje drinken in het hotel. Dat blijkt ook niet zo goed voor je hart want ze rekenen € 20 euro voor 2 biertjes.
7. Van Chamonix gaan we naar Zwitserland. We overnachten in Thun aan het meer. Alles is duur in Zwitserland behalve het parkeren. 24 uur voor €4. De volgende dag bezoeken we het grote zwembad aan de rand van het meer en trekken onze baantjes.
8. Belfort in Frankrijk is onze volgende bestemming. Een leuk stadje met een hele grote citadel. En een grote stenen Lion.
9. De tour de France voor vrouwen is in de buurt, dus wij naar Saint-Dié-des Vosges, waar ze morgen zullen finishen en overmorgen vertrekken voor de 6e en 7e etappe. Om niet weer zo lang te moeten staan kopen we bij de Action een paar lichte klapstoeltjes en om 12:15 uur zitten wij op de finishlijn, met eten en drinken en parasol. Om 16:30 zien we Lorena Wiebes winnen in de sprint van Balsemo en Marianne Vos, die in het geel en groen blijft.
10. Colmar is de volgende bestemming. Een leuk stadje met veel sprookjesachtige vakwerk huizen en slechte bestrating. Dat merk je wel als je op de fiets zit. We overnachten op het parkeerterrein van de Super U. Zo hebben we de bakker en de wc dichtbij.
11. Bij Mullhouse is een camping Sun Club Solaris. Voor een club is het er uitzonderlijk mooi. 80% van de gasten spreekt Nederlands, want komt van België of Holland. Het sanitair is prachtig, het douchewater en het zwembad zijn lekker warm (26 graden) Veel beter dan de 5 sterrencamping Relax Nat in Spanje kan ik je melden en deze is de helft van de prijs.
12. Straatsburg is een stad die we wel eens doorkruist hebben, maar nog niet gezien. We parkeren buiten de stad in Elsau voor €6.40 voor de hele dag en mogen daarvoor ook met maximaal 7 personen met de tram naar de stad. We doen de normale dingen, biertje op een terrasje in de stad, voor €2 twee halve liters, maar dat komt omdat de ober niet kan rekenen. Een bezoek aan de kathedraal behoort natuurlijk ook te gebeuren. We doen de boottrip door de stad, worden 2 keer geschut in een sluis waar de 144 personen boot precies in past en maken nog een uitstapje naar het Europese parlement. Onze boot wordt ook nog aangevaren door een paar badgasten op een speedboot. Niemand gewond gelukkig. We sluiten ons bezoek af met een heerlijke maaltijd bij een Italiaans restaurant en als we met de tram terugkomen en ik bij de parkeerautomaat wil betalen staat er tot onze verbazing: GRATUIT. En met dit gratis kaartje gaat de slagboom nog open ook.
1 note · View note
keesdp · 2 years
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Etappe 16
We willen minstens 1 touretappe meemaken en begeven ons door de Pyrineën naar Foix. Ik wil er een dag eerder zijn, maar het blijkt toch te ver om door Andorra in 1 dag van Pals naar Foix te rijden via Gerona voor de boodschappen. Dus overnachten we in Andorra op een parkeerplaats wat ons €1.90 kost. Daarvoor kan je in Den Haag 12 minuten parkeren. Om 8 uur zijn we weer on the road. Ik weet dat ze van Carcasson naar Foix rijden met 2 bergen van de 1e catagorie, dat ze 157 km moeten, om half 12 starten en om 18:00 in Foix verwacht worden. Bij Andorra staan al borden dat vandaag de weg waar wij op rijden afgesloten zal zijn i.v.m. de tour de France. We besluiten door te rijden tot het niet meer kan en dan met de fiets verder te rijden naar de finish. 25km voor Foix staan er al overal politieagenten, maar we kunnen nog door het is nog vroeg. Bij een Mac stoppen we om naar de wc te gaan. Achter ons wordt de rotonde naar de weg afgesloten met grote rood witte plastic blokken. We hebben geen idee hoever het naar de finish is en als we het vragen aan agenten, zeggen ze allemaal ja dat is in Foix. Kunnen we daar door met de fiets? Een schouderophalen is het antwoord. Zelfs mensen die official zijn met een badge om hun nek geven geen duidelijk antwoord. Ze denken allemaal; je gaat toch zeker niet op een wegfiets helemaal naar Foix. Over al die heuvels. Nou wij wel. Onderweg heeft Yvonne ook haar bedenkingen. Ze heeft het al over dat zij daar wel zal wachten als ik na afloop de auto gaat halen. In Bompas loopt de weg flink omhoog. Her en der zitten al mensen met stoelen en parasol langs de weg in de schaduw op de renners te wachten. Als wij langskomen met onze fietstas worden we luid aangemoedigd. Er rijden geen auto's dus de hele weg is voor ons. In Merkus staan een groep ambulances aan de rechterkant van de weg. Het personeel staat midden op de weg met elkaar te praten. Téte de la cours roep ik. Oui roepen ze en gaan lachend opzij. Bij Du Pont Du Diable vraag ik aan een man in wielrennerstenue en Asterixsnor hoever het nog is naar de finish. Bonjeur monsigneur,Combien de kilometre au l'arrivee ? Moi ongeveer 3,5 zegt hij in het Frans: Troi en midi, Merci boucoup. Hij vraagt of we Engels zijn. Nee Hollandais. Ah u spreekt goed Frans zegt hij. Zijn woorden hé, Horen jullie het ook eens van een ander. Bij een rotonde  na 5 km in het plaatsje Mont Gaillard staat een poort waarop staat kilometer 92. Dat is nog 65km tot de finish. Ik snap het niet. Opeens valt het kwartje. De renners rijden hier de andere kant op naar de 2 laatste bergen voor ze naar Foix rijden. Hier komen ze twee uur eerder langs. Op de rotonde worden we tegen gehouden door een officiele official. Althans dat denken wij maar kunnen dat nergens uit opmaken. U mag niet verder fietsen, u moet gaan lopen zegt hij. Hoever is het nog naar Foix vraag ik. Ongeveer 10 km zegt hij. Moeten we dat gaan lopen?vraag ik. Nee na de rotonde gaat u rechtuit en daar mag u wel fietsen. Vanaf hier dalen we af en Yvonne weet het nu zeker, ik ga niet tegen die berg op terug zegt ze. We komen aan bij het parkoers. Sterker nog bij de laatste bocht. Een U-bocht rond een rotonde. Rechts zie ik borden staan 250m en links 150m. Links is dus de finishlijn. We zetten de fietsen bij een hek van een flat op de hoek. Een man met hond zegt dat ze daar gestolen worden. Ik laat het dikke kettingslot zien. Hij is onder de indruk. Hij belooft ook nog een oogje in het zeil te houden. We lopen naar de meet en bij het bordje nog 25 meter vind ik een lege plek bij de boarding. We staan in de schaduw van het grote politiebureau. Om ons heen staan jongens zonder deoderand, die ik maar al te goed ken van mijn werk als vrijwilliger voor de stichting Anton Constance. Mensen die in de war zijn zal ik maar zeggen. Een begeleidster staat een eindje verderop bij de mensen die haar nodig hebben. De jongens met de dikke lippen kunnen zelfstandig herrie maken en hebben geen begeleiding nodig. Ze zijn allemaal aan de dikke kant en dat geld ook voor hun brillenglazen. Achter ons lopen 2 jonge vrouwen met een sjerp om naar de meet. De jongens met de brede heupen worden gek. Ze moedigen elkaar aan om met ze op de foto te gaan. Gewillig laten de twee missen zich fotograferen met zo'n jongen zonder deo tussen hen in. De ene miss draagt een lange glimmende jurk en de andere een zeer kort broekje waarin haar 2,4 meter lange benen mooi uitkomen. En dan heb ik het nog niet eens over haar stilettohakken van een halve meter. De jongens komen niet verder dan haar middel met hun slechte kapsel. Steeds weer wordt er van grootbeeldtelefoon en jongen gewisseld. Ik zie de missen denken waar zijn we aan begonnen. We hadden in de studio moeten blijven. Het is tijd voor de tourcaravaan. De sponsers hebben jongens en meisjes ingehuurd om frisdrankjes en koekjes en petten en sleutelhangers uit te delen aan de mensen bij de finish, want op het laatst moet de caravaan, die voor de tour uitrijdt, benen maken. De antideo-jongens schreeuwen en roffelen op de boarding om de reclamehulpen te bewegen hun bakfiets stop te zetten en uit te delen. De jongens scoren dan ook enorm veel gele petjes, oranje hesjes en blikjes frisdrank. De reclamekinderen vinden het heerlijk en moedigen aan voor ze tot uitdelen overgaan, veel herrie te maken. Als ze met hun lege bakfiets naar de auto terugfietsen, worden ze door de dikke lippenjongens met luid geschreeuw en geroffel aangemoedigd als zouden zij de wedstrijd nog kunnen winnen. Daarop zetten zij dan ook een sprint in tot de finishlijn. Het is tijd voor de race. Op mijn tourapp heb ik het al een beetje kunnen volgen. De Franse presentator doet door de luidsprekers aan de overkant verslag van de rit en en waar ik sta, kan ik op de Noorse tv2 monitoren de rit zien. Oego Oel (Hugo Hoels) heeft een kleine voorsprong genomen op Micheal Jorgensen en Micheal Woods. Op de 1e afdaling zie ik Jorgensen onderuit gaan in een bocht. Hij had Hugo bijna te pakken. Op de 2e berg houdt Oego Oel zijn halve minuut voorsprong volgens de live presentator bij de streep. Wij zien de renners eerst aan de overkant voorbij komen en komen dan aan onze kant aanrijden. Hugo heeft zijn handen al in de lucht als hij ons passeert, zo dicht staan we bij de finish. Jorgensen die viel wordt toch nog 4e. Het duurt nog best lang voordat de gele trui Vinjegaard en Pocacar binnenkomen. Het algemeen klassement blijft na vandaag hetzelfde. Na een half uurtje renners die binnendruppelen, houden we het voor gezien en begeven wij ons naar de fietsen. Wij hebben fietsers kennelijk op een idee gebracht, want er staan ineens heel veel fietsen hier bij en aan het hek. Ik reken Yvonne voor dat ze moet rekenen op minstens anderhalf tot twee uur voor ik terug ben met de auto. Dat idee trekt haar niet aan en ze besluit een eindje in ieder geval mee te fietsen van de 17 km. naar de auto. We hebben wind mee en Yvonne blijkt toch geen moeite te hebben met fietsen en fietst met me mee naar de Mac waar de auto staat. We doen er precies een uur over.
2 notes · View notes