Tumgik
fredvahlkamp-blog · 27 days
Text
Tussen de namen
Daar zitten we dan, samen in Carré bij “De laatste ronde” van Youp. De toegangskaarten vallen een week geleden zomaar uit de lucht vanwege een zijwind die iemand van keuze en koers deed veranderen. 
Voor het eerst in zijn vijftigjarige bestaan als cabaretier zie ik hem live op het podium staan. Net een paar maanden 70, scherp als altijd zoals ik hem van televisie ken. Twee uur zonder onderbreking met een waterval aan grappen en verhalen. 
“Die grap kan echt niet,” schuurt aan mijn waarden en opent mijn ogen net ietsje verder dan ik gewend ben te kijken. Het raakt mij. Zijn leeftijd, zijn keuze, zijn weloverwogen laatste ronde. Einde van een tijdperk, althans zo voelt het in de context van de huidige tijd. 
De volgende ochtend lopen we door Amsterdam, de stad waar in 1931 mijn vader werd geboren. Op een bordje van de ANWB staan de namen van de verschillende bezienswaardigheden en één daarvan valt mij direct op. Niet eens zozeer om de best ingewikkelde actualiteit, maar vanwege een documentaire die ik heb gezien over de moeizame totstandkoming en over de doorzetters die het mogelijk wilden maken; moesten maken. Onderweg naar - nog geen idee hoe het er uit ziet - valt mijn oog als eerste op de spiegels van de bijzondere structuur. Pas als ik de eerste muur benader zie ik waarvan ik weet dat het hierover gaat. De stad om mij heen valt stil. Even ben ik helemaal alleen tussen de namen en ik voel tranen die niemand ziet. 
Met zorg, verbazing en afschuw volg ik deels het nieuws over oorlogen en onbegrijpelijk geweld. Verbaasd over de invloed van direct en indirect betrokkenen, of beter: belanghebbenden en de wir-war van die belangen op basis van een ondoorgrondelijke complexe geschiedenis die ik niet kan bevatten door mijn altijd beperkte kennis. Kleiner dan de hele wereld, is de wereld om mij heen. Ook daar neem je een vorm van toenemende agressie en kort aangebonden gedrag waar. Drie nog jonge meiden komen op één of andere manier wandelend in botsing met een echtpaar op zekere leeftijd. De vrouw reageert geschrokken. De middelste van de drie reageert met: “Ga je man pijpen, kuthoer!”. De kleding van de meiden in kwestie doet vermoeden dat ze dit beter niet in het bijzijn van eigen intimi kunnen roepen. Even twijfel ik. Spreek ik ze aan of niet? Ik laat het en vraag mij af waarom? Om de zinloosheid denk ik en tegelijk ervaar ik dat ik dit als opgeven van mijzelf ervaar. Om 20:00 uur zijn we twee minuten stil en ik - en ik vrees veel mensen met mij - hoop dat het ook stil blijft, daar op de Dam in Amsterdam. Kunnen we gewoon twee minuten stil zijn, vraag ik mij af. Twee minuten in stilte terugkijken op wat is geweest en wat nooit meer mag gebeuren. Twee minuten om op te laden voor de dag van morgen. Want een wereld die aan alle kanten staat te schudden van onrust en geweld, met jongeren die de weg kwijt lijken te zijn op een toch al onbekende route, verdient mensen die opstaan en hun licht en warmte laten zien. En hoe klein het lichtje ook is, laat het zien. Ik denk aan alle namen om mij heen. Alle namen die in mijn leven zijn en zijn geweest. En met al die namen en alles wat dat voor mij heeft betekend en nog betekent, probeer ik een beetje licht te geven, maar eerst even twee minuten stil, tussen de namen.
0 notes
fredvahlkamp-blog · 1 year
Text
Verdraagzaamheid
over inkeer, een roos die niet verwelkt en een geniaal zakje snoep
De deur valt achter mij in het slot en ik zet koers richting huis. Met mijn telefoon in de hand en druk bezig met een berichtje inspreken, loop ik op de steiger af die de stoep half blokkeert. Ik ken deze route, ik weet van de steiger, dus concentreer ik mij op mijn telefoon. De tegemoetkomende voetganger signaleer ik niet en we botsen met de schouders tegen elkaar aan. “Sorry,” roep ik direct, want handig was dit niet. ‘Sorry’ bleek echter niet genoeg. De man in kwestie - ik schat een leeftijdgenoot - start een serenade over dat ik beter moet opletten. Echt verstaan doe ik het op dat moment niet, we zijn inmiddels al een meter of twintig van elkaar verwijderd. Het feit dat mijn ‘sorry’ onvoldoende bleek, ergert mij mateloos en dat roep ik hem dan ook toe. “Is sorry niet genoeg voor je?” Er volgt iets over telefoons, uitkijken en dat je niet anders ziet dan mensen op hun telefoon. De mannen en vrouwen op de steiger genieten heerlijk mee van de twee kiftende mannen van zekere leeftijd. Zijn - wat ik op dat moment classificeer als geschreeuw - irriteert mij zodanig dat ik mij abrupt omdraai en op hem afloop: op zoek naar gerechtigheid! We naderen elkaar en daarmee gaat gelukkig het gênante volume omlaag. Nog tijdens het lopen kijken we elkaar aan en we schieten beiden in de lach; wat een vertoning. “Je hebt gelijk,” is mijn eerste tekst terwijl ik mijn hand uitsteek. Dat gebaar pakt hij direct op. Lachend wisselen we uit dat wij beiden op vakantie gaan: ik al morgen, hij de woensdag daarna. Met mijn telefoon in mijn zak vervolg in glimlachend mijn weg. Hij had gelijk en we zijn beiden aan vakantie toe.
Nog geen dag later zitten Lisanne en ik samen op een bankje. Zij aan de wafel met vers fruit, ik aan een heerlijke koffie. Het is Open Havendag in Gorinchem en dan is het altijd gezellig druk. Dit jaar zelfs heel druk. Lisanne kan de drukte moeilijk hebben, maar op dit bankje gaat het vooralsnog prima. We zitten een beetje rond te kijken, als er ineens een man voor ons staat met een roos in zijn hand. “Mag ik jou deze roos geven?” vraagt hij aan Lisanne. Haar ‘nee’ is voor mij heel logisch en klinkt als ‘nee’, maar is eigenlijk ‘ja’. Deze onverwachte wending is net te veel prikkels en dat leidt tot haar ‘nee’. De man vraagt vervolgens of hij de roos dan aan mij mag geven. Dat vindt Lisanne ook niet goed. Gelukkig heb ik ondertussen mijn verwarring over het aanbod van een roos al een plekje kunnen geven. Met een korte toelichting over het ‘nee’ van mijn dochter pak ik de roos met een vragend gezicht aan. “Ik zie jullie altijd fietsen met z’n tweetjes en dat vind ik zo bijzonder, daarom wil ik jullie deze roos geven,” is zijn antwoord op de vraag die ik niet hardop stelde. Het raakt me. “Dank je wel, wat leuk,” krijg ik er nog uit maar eigenlijk ben ik er stil van. Lisanne en ik fietsen in het weekeinde ons rondje door de weilanden en het nabij gelegen Lingebos. Vuilniszak mee, op zoek naar zwerfvuil. Lisanne is de directeur; zij wijst aan, ik moet het opruimen. We genieten er iedere keer weer van en dat wordt dus opgemerkt. Na hem nogmaals bedankt te hebben, kiest hij zijn weg. Geen idee wie hij is en woorden bleken volledig overbodig. Dank je wel voor deze bijzondere ervaring, zoemt nog lang na. Aan het einde van de middag start de eerder genoemde vakantie en niet alleen voor ons. In de rij achter ons kukelt een droppie van acht maanden er heerlijk op los. Haar moeder en zij nestelen zich op de stoel naast het kleine raampje van het vliegtuig. Papa gaat ernaast zitten terwijl de kleine inmiddels luidkeels aangeeft er van alles van te vinden. Het klinkt niet boos, niet verdrietig eerder blij. Haar hoge stemmetje heeft een rouwrandje en dat resoneert lekker door. Moeder is nu al duidelijk bezorgd over de mogelijke overlast die haar kleine gaat bezorgen aan de inzittenden van deze Boeing 737 die volgens planning zo’n tweeënhalf uur gevuld is met passagiers in vakantiestemming. Moe dus ;-). Maar ter compensatie van de mogelijke overlast hebben ze iets bedacht. Eenmaal op orde tovert vader zakjes snoep uit een tas met een briefje eraan en deelt die uit aan alle nabij zittenden.  Dat levert een heleboel sympathie op en de piepende kreetjes van de kleine zijn daarbij de kers op de taart. Iedereen lijkt begaan met de onnodige zorgen van de ouders en de kleine is natuurlijk direct de held van de reis. Ik laat het zakje snoep met het berichtje zien aan één van de stewardessen. Die geeft aan dit nog niet eerder te hebben meegemaakt. De ouders groeien in aanzien. Genialiteit schuilt in eenvoud. Hoewel “onze” kleine pieper al snel in slaap viel, is er werkelijk niemand geweest die last had van de schelle geluidjes. Ze werden bij het uitstappen door alle omzittenden een hele goede vakantie toegewenst.
Een verhaal op basis van drie ontmoetingen binnen vierentwintig uur met onbekenden. Verdraagzaamheid laat zich uitleggen als “de bereidheid om van anderen ook minder leuke dingen  te verdragen”. Mijn gevoel is dat - in onze maatschappij - verdraagzaamheid weg aan het sijpelen is. Eerlijk gezegd: ik betrap mijzelf er ook op. De botsing op de steiger leerde mij dat contact zoeken als er iets mis gaat, werkt. Twee monologen zijn zinloos en verscherpen alleen de stemming en stimuleren juist de onverdraagzaamheid. Het zakje snoep zie ik als preventie en daarmee geniaal. Ook hier wordt dus, nu vooraf, verbinding gemaakt. De roos bezorgde mij een brok in mijn keel. Dat gebaar gaat niet over verdraagzaamheid, dat gaat over elkaar zien en waardering hebben voor wat  iemand doet. Dat is geen correctie of preventie, dat is liefdevol. Even je adem inhouden, oog hebben voor elkaar: hoe moeilijk is het eigenlijk?! 
En die roos? Die  verwelkt niet.
0 notes
fredvahlkamp-blog · 3 years
Text
Even prikken
‘Meer kampvuren!’ Het klinkt als een opdracht in het betoog van Jitske Kramer,  ‘Organisaties zouden meer kampvuren moeten houden,’ ofwel met elkaar in gesprek gaan. Geen agenda, geen vooraf gesteld doel aan de vergadering door een lijst met af te werken punten. Eerder een schuif-aan-en-denk-mee sessie. Het versterkt het gevoel van vrijdenken, je vrij voelen om jouw neus een andere kant op te richten en wat je dat oplevert te delen met de mensen rondom het kampvuur. De onbevangenheid van samen rond een kampvuur zitten hoeft geen synoniem te zijn voor “doe maar wat en we zien wel waar we uitkomen”. Het is samen met collega’s ervoor zorgen dat aangeleerde patronen en platgetrapte paden beoordeeld worden op hun effectiviteit en de realiteit van de huidige dag. Wat speelt er? Waar loop je tegen aan? Heb je ergens hulp bij nodig? Kan het ook slimmer? Zijn we wel op de goede weg? Het zijn schijnbaar eenvoudige vragen en ook bij mijzelf merk ik al snel een: ‘Ja, ja, ja, dat weten we nu wel,’ op. Keuzes maken en gaan met die banaan loert bij iedere bocht die mijn hersenen maken. 
Bij vergaderen denk ik regelmatig terug aan een oud collega. We werkten in de fabricage van plastic kaarten: bankpassen en lidmaatschapskaarten. Ze werden op zeer grote schaal geproduceerd en hij was de productieleider met een broertje dood aan vergaderen. Het bedrijf waarvoor hij eerder werkte was kort daarvoor overgenomen door een Amerikaanse onderneming. Dat bracht een wat andere cultuur met zich mee dan die hij bij zijn bedrijf in de binnenstad van Den Haag gewend was. Zijn chagrijn kwam regelmatig tevoorschijn als er naar zijn zin weer eens te lang tussen vier kantoormuren gesproken werd over de voortgang van de onderneming. ‘Zo mensen, ik ga maar weer eens kaartjes maken.’ Weg was hij, vaak al ruim voor de rondvraag. Aparte vogel, dacht ik altijd, maar wat een heerlijk eigenzinnig mens.
Gestructureerd en doelgericht werken met vastgestelde vergadervormen, eigen agenda’s, doelen en op vastgestelde tijden kan een organisatie blind maken voor haar omgeving, is mijn overtuiging. Als de focus volledig gericht is op de doelstelling is de kans dat de zintuigen vermeende bijzaken verstommen groot. Zelfs als er signalen uit die omgeving komen van andersdenkenden met verstand van zaken en vaak heldere inzichten. 
Het veranderen van gedrag, of in deze context het veranderen van eerder ingeslagen richting, is moeilijk. Als er bovendien een door het systeem ingegeven collectieve energie ontstaat die in een bepaalde richting wijst is dat nog een stapje ingewikkelder. We wijzigen ons gedrag makkelijker als we met een probleem worden geconfronteerd. Dat gezond eten en drinken heel verstandig is zal vrijwel iedereen in de samenleving beamen. Er zal zeker discussie zijn over wat precies gezond is en wat niet. Toch is er denk ik best een algemene noemer van ongezond te vinden. Eten, gezond of ongezond, is een vorm van gedrag en wat je gewend bent pas je niet makkelijk aan. Zeker niet als de mensen waarmee je verkeert niet voor die verandering kiezen. Vaak is een accuut probleem nodig om van koers te wijzigen. Dat geldt niet alleen voor persoonlijk gedrag, maar natuurlijk ook voor het gedrag van een organisatie of zelfs een hele samenleving. Ooit zei een professor in een college wat ik volgde: ‘Het succes van een organisatie wordt bepaald door de mate waarin een organisatie in staat is van snelheid en richting te veranderen.’ De spijker op zijn kop, denk ik. 
Bij de eerder genoemde producent van plastic kaarten maakte ik kennis met kwaliteitsmanagement. Vrij vertaald: de wijze waarop je als organisatie ervoor zorgt dat je op een verantwoorde manier aan de verwachtingen van je klant voldoet en daarbij onderweg zo min mogelijk en liefst geen fouten maakt. De magische woorden preventieve en corrigerende maatregelen kwamen daarbij te pas en te onpas naar boven. Preventief voorkomt problemen, corrigerend draagt zorg voor het herstel. Richt je vooral op preventie, werd met de pollepel ingegoten. Preventie, ofwel zorg dat het probleem zich niet voordoet. Vervolgens beoordeel je op basis van ervaring of de preventieve maatregel effectief is. Werkt het echt? Voorkomen we het probleem? Veroorzaken we met de maatregel misschien een ander probleem? Voor jezelf als persoon een overzichtelijk proces, dat doorgaans als vanzelf gaat. Voor een organisatie is het een overzichtelijke analyse, waarbij bijsturen haalbaar is. Voor een hele samenleving wordt het een stuk lastiger.  
Onmiskenbaar is onze samenleving in Nederland en ook die in de wereld getroffen door een accuut probleem. Het COVID-19 virus grijpt om zich heen en treft vooral ouderen en mensen met bijkomende medische problematiek hard. Dat kun je afleiden uit persoonlijke verhalen van mensen die flink ziek zijn geweest en meer wetenschappelijk benaderd vanuit beschikbare data over het aantal ziekenhuis opnames, gebruik van de Intensive Care en ook uit cijfers omtrent de oversterfte. We hebben dus een probleem met z’n allen en dat wijzigt het gedrag van onze samenleving vrijwel onmiddellijk. Tot ieders ongemak. De wens om terug te keren naar ons oude gewende patroon is dan ook groot en dat is best begrijpelijk. Dat we na zo’n terugkeer toch wat aanpassingen overhouden als meer thuis werken en minder kilometers maken is daarna wellicht een mooie opbrengst. 
De druk op terugkeer naar onze oude vertrouwde samenleving is groot en daarop wordt er in de wereld van alles aan gedaan om dit mogelijk te maken. Het hele sociaal economische systeem is ontregelt en dus is er een crisisteam met een agenda en een doel. Met een stuwmeer van druk in de rug vanuit mensen met terechte angst voor het virus, het bedrijfsleven, mensen die terug willen naar hoe het was, de verschillende media, moeten de verantwoordelijke bewindslieden keuzes maken en daarvoor verantwoordelijkheid nemen. Dat is bijna ondoenlijk, zou je denken. Voor mij rijst daarbij de vraag of er in het voortrazende vuur van alledag ook ruimte is voor een kampvuur? Houden deze eindverantwoordelijken met hun adviseurs wel eens zo’n kampvuur waar ruimte is voor ander geluid, een ander licht op dezelfde zaak? Tijd om na te denken of een op preventie genomen maatregel wel effectief of liever verantwoord is. Al is het maar de vraag of je dit wel kunt vaststellen in dit stadium.
Massale vaccinatie met de nog beperkte kennis van het gedrag van het virus, maar vooral het gedrag van nieuwe technieken binnen de wereld van vaccinatie wordt door verschillende wetenschappers met lede ogen aangezien, zo niet geclassificeerd als onverantwoord met de kennis van vandaag over de toegepaste techniek, het vaccin en de invloed daarvan op langere termijn. Zijn deze wetenschappers en anders denkenden betrokken in een gesprek? Is er überhaupt ruimte voor ander meningen of is de druk om bij het laatste agendapunt te komen zo groot dat de signalen verstommen en we blind op ons doel afgaan? Het antwoord ken ik niet, want ik hoor eigenlijk alleen maar cijfers, cijfers en cijfers en mee en tegenvallers als het om de doorlooptijd gaat. Wat er vanuit de de Tweede Kamer tot mij komt richt zich vooral op wat er niet goed gaat bij het halen van de gestelde doelen en niet op de fundamentelere vraag of dit wel de weg is. Waarom testen we te weinig? Waarom zijn we te laat begonnen met vaccineren? Waarom waren we te laat met de tweede lock-down? Gezaag en gevraag naar de vaak bekende weg en verhoging van de druk om voort te gaan op ingeslagen pad. Iedere afwijking op een eerder voornemen wordt daarbij geclassificeerd als zwalken.
Van virussen en vaccinaties heb ik geen verstand. Neemt niet weg dat ik wel graag eigen keuzes wil kunnen maken en die vooral ook in vrijheid wil kunnen uitspreken. Die waarde is niet alleen voor mij maar voor heel veel mensen in onze maatschappij van groot belang. De voorwaartse energie om te komen tot oplossingen waardeer ik zeer. Of de richting goed is kan ik niet bepalen. Wel zou ik graag zien dat alle zintuigen op scherp staan voor signalen die voortkomen uit goed onderbouwde andere inzichten. Het nemen van grote besluiten met onvoldoende kennis moet zeker kunnen. Het past echter in onze samenleving dat meningen en ideeën op waarde geschat worden. Om dat te garanderen is er naar mijn mening nu al een nieuwe regel in de wet nodig: garandeer dat er niet gediscrimineerd wordt in de samenleving op andersdenkenden. Dat overleeft een zich toch al polariserende samenleving niet. In andere woorden: de keuze om niet te vaccineren mag niet tot beperkingen leiden in de bewegingsvrijheid van mensen totdat is aangetoond dat het middel niet erger is dan de kwaal en dat kan op dit moment nog helemaal niemand. 
Het is wat mij betreft dus “even prikken” en of dat tot grootschalige vaccinatie moet leiden zien we daarna wel.
PS 1 Als ik mijn mening deel is dat niet om te overtuigen maar om te prikken. Laten we niet immuun worden voor anders denken.
PS  2 Als ik over mijn overtuiging spreek, dan is dat wat ik zeg. Het is dus niet perse de feitelijke waarheid. Het is mijn vorm van tegen zaken aankijken.
PS 3 De opstand in het Capitool in Washington beschouwen de meesten van ons als waanzin en sterk verontrustend. Vergeet daarbij niet dat ruim 75 miljoen mensen op de aanstichter van dit geluid en deze samengebalde energie hebben gestemd. Die zijn niet allemaal dom, ze zijn ergens van overtuigd. We bewegen makkelijker als vanzelf dan dat we eigen richting kiezen. Als er al iets te kiezen is.
PS 4 Als uw mening telt, vorm hem dan.
PS 5 Of u wel of niet kiest voor vaccineren is aan u. Of ik het ga doen weet ik niet. Wel sta ik altijd open voor een goed gesprek bij een kampvuur.
0 notes
fredvahlkamp-blog · 5 years
Text
Verstand van zaken
Meneer Osinga is hooggeleerd in Militaire Zaken zo zie ik op de aankondiging die getoond wordt in het journaal. Hij is vanmorgen vroeg naar Syrië gevlogen denk ik want hij zit vol wetenschappelijke zekerheid te vertellen dat er onvoldoende schade is aangericht om verdere aanvallen met chemische wapens te voorkomen. De aanvallers zelf weten nog niet wat de schade is en in Syrië zijn ze trots op het feit dat de aanval is afgeweerd. Blij dat mensen in deze volstrekte chaos altijd precies weten hoe de dingen zitten. Geeft mij rust. Die chemische aanvallen zijn ook uitgevoerd door het Syrische regime beluister ik uit de woorden van president Trump en primeminister May. Macron schreef een briefje, maar mijn frans is niet zo goed en ze toonden de brief maar heel eventjes, merde. Hoe weten ze dat nu zo zeker vraag ik mij af, echt knap allemaal. Zelf zie ik alleen maar chaos in een land en onrust in de wereld over toenemend extremisme. Een ontwikkeling die ik zelf liever niet aan een geloof of overtuiging koppel maar aan ongeloof en wanhoop door langdurige uitzichtloosheid. Wie zegt dat niet een paar wanhopige doorgeslagen gekken achter deze chemische aanval zitten? Maar misschien ook niet, ik weet het niet. Een beetje raar van mij misschien dat ik dat zou willen weten voordat ik aan mijn collega landgenoten zou vragen om in een vliegtuig te stappen om bommen te gaan gooien op een land waar ze nog nooit geweest zijn. Onderzoek doen kan natuurlijk altijd nog achteraf, net als in Irak, daar is de aanleiding voor de aanval achteraf ook nooit gelegaliseerd op basis van aangetroffen feiten. Gelukkig kan ik mijn onvermogen deze zaak te overzien afdoen met een citaat van een andere leider in deze wereld, Mark Zuckerberg, “I’m sorry”. Grappige vertoning. Senatoren die van een briefje oeverloos domme vragen voorlezen en dan heel belerend naar de tamelijk nerdy ogende Zuckerberg staren. U weet wel die man van dat datalek. DATALEK??? Iedereen lekt de hele dag data, om moe van te worden. Natuurlijk ontstaat er dan een wetenschap die al die data gaat onderzoeken. Big Data. Punt is dat het niet zo big is op zichzelf. Dat ik op Facebook deel dat ik bij de bakker sta is bepaald geen Big News. Dat ik na twee dagen een berichtje van die bakker krijg dat mijn brood wel op moet zijn komt rechtstreeks uit de goot van het datalek van die Zuckerberg, “ I’m Sorry”. Sorry for what? Wij delen onze informatie op heel veel manieren en niet alleen via Facebook. Hou toch op met die onzin. Een paar weken geleden zag ik een mevrouw op de televisie die gestudeerd had op het gebied van de opvoeding van kinderen. Deze mevrouw, waarvan de naam me al ontschoten was voordat deze in beeld kwam, zat heel streng uit te leggen hoeveel tijd kinderen per dag op een beeldscherm mogen doorbrengen. Poe eeeh. En ik maar denken dat die kinderen werelden ontsluiten en onbevangen ronddolen in eindeloze ontdekkingen, “I’m sorry”. Onze Premier kan natuurlijk niets anders zeggen dan wat hij gezegd heeft over de aanvallen. Iets met woorden als proportioneel en begrijpelijk. We zitten als landje vast in grote systemen. Die brengen veel en ook dat een eigen mening best een beetje ingewikkeld is. Gelukkig hebben we een premier die hier prima mee om kan gaan en zeer diplomatiek kan blijven. Ouderwetse gedachte van mij eigenlijk. Die Trump is toch veel leuker. Daar betaal je toch met liefde kijk en luistergeld voor. Die kan na afloop van deze hopelijk korte carrière als president zo de theaters in. Een avondvullend programma onder de titel “very presidential”. Vooral z’n tweets passen bij de titel van de show. Nu maar hopen dat die verdorie niet allemaal uitlekken. Straks krijgen we nog senatoren die vragen moeten stellen over tweets. Tweet tweet, I’m sorry! Van de wereldleiders heb ik er in mijn beleving één iets zinvols horen zeggen. Poetin. Die wil een spoedberaad van de Veiligheidsraad. Klinkt best zinvol in deze chaos, met elkaar praten. Maar ik ben natuurlijk een leek op oorlogsgebied. Misschien even meneer Osinga bellen wat hij er van denkt, maar die is vast onderweg naar Syrië om het volgende wetenschappelijke statement te kunnen doen in het avondjournaal. De wereld is verwarrend, mijn tekst ook. Ik ga de stad in, koffie halen, de zon toelachen en ontdekken wie ik tegenkom. Denk dat er best iemand tussen zit die een compliment verdiend of een hartelijke groet. Tegen liefde is geen bom bestand. Knallen maar! En voor zover mijn bijdrage tot irritatie, twijfel of vragen leidt. Bel die rotzak van een Zuckerberg. Zonder Facebook had u dit brouwsel niet hoeven lezen. De lul. “I’m sorry”......
0 notes
fredvahlkamp-blog · 7 years
Text
Vergeten
Het is een paar minuten over negen in de ochtend als de bel gaat. Voor de deur staat een man van zekere leeftijd. Zijn zwart leren jas, groot postuur, markant gezicht en volle grijze haardos zijn de achtergrond van twee mooie grijsblauwe ogen. “Ik moet u iets vragen, mijn vrouw is hier naar een markt en ik ben haar kwijt” Hij kijkt verwilderd, ik voel zijn onrust. “Markt?” vraag ik. “Ja een markt in een huis” antwoord hij. “Het moet aan deze kant van de straat zijn” wijst hij langs de stoep. Markt in een huis, ik probeer mij er iets bij voor te stellen. “Is het bij vrienden of is het openbaar?” vraag ik. Openbaar en het ging om kleine spulletjes weet hij te vertellen. Meneer had geen telefoon, zijn vrouw wel. “Weet u het nummer?”.  Ook dat krijgt hij niet opgediept. Hij ontwijkt de pijn van zijn onmacht. “Ik ben er net geweest en heb nu mijn auto geparkeerd, die blauwe” zegt hij wijzend op een auto die een eindje verderop onder de bomen staat. In zijn ogen lees ik de paniek en frustratie dat het hem niet lukt om zich te herinneren wat nu het herinneren meer dan waard is. In een reflex trek ik mijn jas van de kapstok, pak mijn sleutels en zeg “we gaan zoeken”.  “Het is een rommelmarkt” spreekt meneer ineens uit. Dat helpt, ik heb een vermoeden waar dat zou kunnen zijn al blijft hij onderweg zeer stellig dat het echt hier in deze straat te doen is.
Tijdens onze wandeling verteld meneer dat hij tachtig is, ziek geweest en dat zijn kop het niet meer doet. Tachtig had ik hem zeker niet gegeven. De grote man die naast mij loopt oogt moe en lijkt zich bezwaart te voelen dat het hem allemaal even niet lukt. “Ik heb het er helemaal benauwd van” bevestigd dat beeld. We lopen de straat in waar een buurthuis staat, volgens mij een plek waar wel vaker een rommelmarkt is. En inderdaad. Zijn vrouw staat hem bij de deur op te wachten. Haar blik is niet bezorgd eerder zakelijk. “Ik kon het niet meer vinden, ik sta daar om de hoek en dan bij de bomen linksaf” de onmacht druipt uit alle poriën van zijn lijf. “Waar zijn die dozen?, er staan nog twee dozen in de auto! Het is hier al begonnen” klinkt het anders maar zeker zo machteloos.  
Een behulpzame collega verkoper op de rommelmarkt biedt uitkomst. Gewapend met een steekkar gaan de twee de vermiste dozen halen. Ik geef meneer een hand, wens hem een goede dag verder en loop voor de twee uit terug naar huis. Helemaal gerust ben ik er niet op en thuis gekomen kijk ik voor de zekerheid nog even uit het raam. Aan de overkant van de straat zie ik de twee staan. Meneer doet een poging zijn kofferbak te openen. Het is alleen niet de auto die hij mij tien minuten eerder had aangewezen. Jas aan, naar buiten. “Meneer ik denk dat u die auto moet hebben” wijs ik naar een auto die zeker honderd meter verderop staat. “Het is een blauwe” zegt hij wijzend op de auto waar het sleuteltje wel in de kofferbak past maar geen opening biedt. Het vertrouwen in mij lijkt inmiddels groot genoeg. De poging om de auto te openen wordt gestaakt en de mannen lopen met mij mee. Als de dozen uit de kofferbak zijn gehaald vertrekken ze met steekkar en dozen weer richting de rommelmarkt. Wat net gebeurd is al vergeten. Nog een mooie dag meneer van tachtig.
0 notes
fredvahlkamp-blog · 7 years
Text
Gulden Snede Marketing
Een 9,7 werd het daar op de noodlocatie aan de Vijverlaan in Dordrecht. Mijn eerste cijfer tijdens mijn studie bedrijfskunde aan de Agrarische Hogeschool. De drietiende van een punt verspeelde ik op een vraag over een “melkkoe”. Geen echte koe, maar een NIMA A-koe. Het was mijn eerste cijfer op het hbo. Avond-havo gehaald, fulltime baan als heftruckchauffeur opgezegd en met de steun van mijn ouders schoorvoetend terug naar school. Marketing was één van mijn lievelingsvakken en in het eerste jaar gingen we onderweg naar NIMA A-niveau werd mij uitgelegd. Die 9,7 bleek funest. Al mijn hele schoolleven had ik sterk de neiging om resultaat gericht te werken. Ofwel met zo weinig mogelijk inspanning voldoende resultaat halen om verder te komen. Dit cijfer lag dus mateloos uit balans en daar heb ik ook snel op bij weten te sturen. Na boek A volgde boek B en zo dobberde het rustig verder naar een positieve afronding van mijn studie. Geen 9,7 meer gezien. Marketing werd uiteindelijk niet mijn specialisatie. Waarom ik toen voor een combinatie van IT en Logistiek koos weet ik niet meer. Heb er ook geen spijt van. Volg nu het vakgebied marketing niet inhoudelijk en ben dus verre van een specialist. Wel kijk ik iedere dag met genoegen naar televisiereclames en blijf mij verbazen over de uitersten. Van echte kunstwerkjes tot regelrechte bagger, waarbij smaken verschillen natuurlijk.
Voor mijn onderneming ManualMaster reserveren wij jaarlijks tussen de 60.000 en 80.000 Euro aan Marketing budget. Dit jaar hebben we een start gemaakt met een vrijwel geheel extern gevormd team van zelfstandig professionals. Vaste afspraken over budgetten gemaakt zonder urenverantwoording. Heerlijk, hoef ik ook niets te vinden van die uren. Het team van externen wordt aangevuld met Jeroen Vels. Jeroen is een collega die in de techniek werkt. Hij verzorgd installaties, database conversies en bouwt de installers voor onze software. Nogal een a-typische keuze voor een marketingteam zou je denken. Jeroen zegt over zichzelf: Laat mij geen stuk schrijven, maar laat het mij wel lezen.” En dat maakt hij ten volle waar. Scherp op inhoud en scherp op de letter. We kunnen en willen hem al niet meer missen. Resultaat meten doe ik in een “rondje-wat-vond-je”.  Als het ergens wringt, bijvoorbeeld in de samenwerking, in de verhouding inspanning/opbrengst, in het beoogde of behaalde resultaat, dan ben je het aan jezelf en aan het team verplicht om dat uit te spreken, ook als het over een ander teamlid gaat.
Wat gaan we allemaal doen dit jaar?  Wat willen we uitstralen? Wat is de tone of voice? Zo’n nieuw team komt rammelend op gang. Hoge ambitie en tegelijk de uitdaging om oude patronen te doorbreken in combinatie met altijd schaarse tijd. En dan die vragen waar je het uren over kan hebben: mijn volgende zin zou zijn: “Wij vinden het als organisatie belangrijk ……” Wij? Ik bedoel Ik denk ik… Ik heb het hier over onze genen, de identiteit van het bedrijf. Zeg dat dan ook! Persoonlijk is voor mij een sleutelwoord en dat moet zonder zoeken terug te vinden zijn in het bedrijf. Is het dan de bedoeling dat het in marketinguitingen “persoonlijk” over mij gaat of erger nog dat deze “persoonlijk” door mij bepaald worden voor anderen? Nee, het gaat mij erom dat we laten zien wie wij zijn. Wij is een samenwerking tussen individuen. Ieder met een eigen persoonlijkheid en die toont zich in het dagelijks werk volop. Onze consultants komen iedere dag over de vloer bij klanten, bij de helpdesk is er telefonisch contact, tijdens cursussen komen klanten bij ons over de vloer, we geven demonstraties op locatie. Waarom zou marketing moeten afwijken van die sterk persoonlijke absolute waarheid van ons dagelijkse doen en laten? Waarom afwijken van wie je bent, laat zien wie je bent! Niet mooier, niet groter en evengoed niet kleiner. De band die wij met onze klanten hebben opgebouwd is in mijn overtuiging aan deze houding te danken. Ja, wij maken fouten, ja we stellen alles in het werk om ze op te lossen. En ook wij schrikken soms van onze eigen kastjes, muren en wandelgangen. We hebben ze allemaal. Vormgegeven door een prachtig team van persoonlijkheden en daarmee gelijk ons eerste marketing uitgangspunt: de P van persoonlijk.
Werken moet vooral leuk zijn. Het is voor mij één van de belangrijkste zaken in het leven en ik gun het iedereen. Met heel veel plezier ben ik tweeënhalf jaar heftruckchauffeur geweest. Totdat het genoeg bleek, ik mij niet meer ontwikkelde en duidelijk op zoek was. Een half jaar later zat ik in de marketingboeken. Later in mijn werkzame leven ben ik een poosje actief geweest in het onderwijs. De onderlinge vraag “Hoe lang moet je nog?” heeft mij in die wereld altijd hogelijk verbaasd. Een, naar mijn mening, te groot aantal mensen meenden hun arbeidsvreugde te moeten uitdrukken in het aantal jaren die zij nog te gaan hadden tot aan het einde van hun loopbaan. Treurnis alom en in het onderwijs eigenlijk niet acceptabel. Je zal zo’n ‘inspirerende’ leerkracht hebben. Gelukkig lopen er ook meer dan genoeg zeer inspirerende mensen in het onderwijs rond, al blijf ik van mening dat veel goede leermeesters iedere ochtend op hun fiets zitten op weg naar ander werk. Werk moet vooral leuk zijn, dat betekent voor mij dat humor en een ontspannen houding van groot belang is. Daar moet alle ruimte voor zijn. Het is de smeerolie in moeilijke situaties. Kijk maar naar een rouwproces, ook bij zo’n serieuze en vaak moeilijke situatie is humor een welkome gast. Humor is voor mij altijd voorwaarts. Als humor ten koste gaat van verdient het zijn naam niet. Je veilig voelen is een belangrijke voedingsbodem voor een ontspannen werksfeer. Als ik mijn amateur analyses van televisiereclames zie dan merk ik dat ook daar humor hetgeen is dat het beste blijft plakken. Of dat uiteindelijk tot een koopimpuls leidt, kan ik bij mijzelf niet bewust benoemen. Voor ManualMaster betekent het wat mij betreft dat we zichtbaar moeten zijn en ergens een plekje moeten hebben in een achterhoofd op het moment dat het onderwerp kwaliteitsmanagement en documentbeheer aan de orde komt. Als iemand zoekt, moeten ze ons vinden of liever ons al gevonden hebben. En omdat humor pakt en plakt en het leven stukken leuker maakt, hebben we de H in onze marketingaanpak neergezet.
Maar waar gaat het nu eigenlijk over? Waarom zijn wij er? Mijn overtuiging: zorg dat je weet waar je het over hebt en mensen weten je te vinden. De I van Inhoud, dus. Waar vind je inhoud? Op beurzen en congressen? Sprekers over nieuwe trends, ontwikkelingen in de markt. In de lounge staan alle leveranciers hun waren aan te prijzen. Wij ook, zo nu en dan. Er zijn van die congressen waar je echt niet mag ontbreken, denken wij nog steeds en steeds een beetje minder. Maakt allemaal onderdeel uit van die 60.000 tot 80.000 Euro. Heeft het zin? Veel bezoekers hebben in ieder geval geen zin. Ze komen voor de sprekers, voor ontmoetingen en om een dagje van kantoor te zijn.
De prioriteit van deze drie punten is voor de zekerheid in willekeurige volgorde geplaatst. Natuurlijk kan het handig zijn om tijdens een beurs meerdere leveranciers tegelijk te bezoeken. Dat spaart tijd. Of je ook werkelijk een goed beeld krijgt is de vraag. Meer aandacht voor de website, blogs en nieuwsbrieven met een feitelijke weergave van je drive en daaruit voortgekomen kennis, producten en diensten is ook een keuze. In het communicatieteam hebben we gesproken over de consistentie van gebruik van tekst en specifieke woorden. Search Engine Optimalisation is zeker een punt van aandacht hoewel het ook snel in mijn irritatiezone opdoemt. Schrijf je een tekst om gevonden te worden of een tekst om begrepen te worden? Dat kan in alle nuchterheid natuurlijk best in één tekst. Waar dat niet zou lukken, kies ik voor het laatste. Waarom? omdat ik het - misschien arrogante - vertrouwen heb dat mensen ons toch wel vinden en de realiteit van zoekmachines maar zeer betrekkelijk is. Oeps.
We streven ernaar te laten zien wie we werkelijk zijn en daar heb je mensen voor nodig die dat opschrijven, vormgeven en analyseren. Met Ad Killian van The ContentRoom, Christel Zevenbergen van Chris in Vorm en Mieke de Jong van Mieke de Jong hopen we dat gevonden te hebben. Collega Jeroen Vels en ikzelf maken het team compleet. In 2017 zijn we de uitdaging aangegaan om PHI marketing toe te passen. Persoonlijk, Humor en Inhoud onderling in een gezonde balans. De Griekse letter φ (PHI)  staat in de wiskunde voor de Gulden Snede. Bij de gulden snede verhoudt het grootste van de twee delen zich tot het kleinste, zoals het gehele lijnstuk zich verhoudt tot het grootste. Althans volgens Wikipedia. Mij ben je al kwijt bij zo’n zin. Hoe kom ik dan bij PHI Marketing, omdat ik met mijn drie letters P, H en I iets moest en HIP viel direct af. Omdat ik bij PHI aan PI dacht, dat in de wiskunde met zijn 3,141592….. iets minder dan het dubbele van PHI 1,618 blijkt, ging ik zoeken in het wiskundig domein en kwam op de term Gulden Snede uit. Vanuit de esthetica wordt aangegeven dat de Gulden Snede een esthetisch optimale verhouding is die wij als mooi ervaren. PHI is daarbij gekozen als eerste letter van de naam van Phidias, de bouwmeester van het Parthenon op de Akropolis van Athene. Al die schoonheid is een kleine stap naar marketing dacht ik en dus zijn wij nu druk met onze Gulden Snede Marketing. We zoeken daarbij naar de verhouding tussen vorm, toon en inhoud en tegelijkertijd naar de optimale verhouding tussen het totale exploitatiebudget en de uitgaven voor marketing en communicatie. Ofwel waar ligt de Gulden Snede. Ben benieuwd wat 2017 brengt. Als het geen resultaat heeft, overweeg ik een marketingvrij 2018. Wat een rust…..
0 notes
fredvahlkamp-blog · 10 years
Photo
Tumblr media
Het is wat het is,…….
Onderweg naar een afspraak in het oosten van het land. Mijn hoofd vol met alles wat ik wil bespreken, alles wat ik nog moet doen en alles wat ik voor straks heb gelaten. Vlak voor knooppunt Deil op de A15 zie ik een auto staan en als ik nog een keer kijk staat er een paar meter van die auto, midden op de vluchtstrook, een oude vrouw te zwaaien. Beide armen in de lucht met in één hand haar stok. Levensgevaarlijk, het verkeer raast er evenals ikzelf met de toegestane 130 km per uur voorbij. Zodra ik haar en haar auto ben gepasseerd stuur ik richting de vluchtstrook en ga in de remmen. De mevrouw is zich niet bewust van mijn aanwezigheid en blijft stevig zwaaien. Ik benader haar vanaf het gras er roep haar aan. Ze draait zich om en ik zie haar gezicht gaan glimmen. "Oh gelukkig" zegt ze "wat fijn dat u bent gestopt. Ik heb autopech en mijn telefoon is leeg". We stellen ons aan elkaar voor en mevrouw blijkt uit Culemborg te komen. Ze is 99 jaar oud. Haar Volkswagen polo heeft daar heel wat jaartjes van meegekregen schat ik in. Nadat ik haar had uitgenodigd om in mijn auto te gaan zitten, heb ik deze honderd meter naar voren geplaatst om een buffer tussen ons en het aanstormende verkeer te hebben. Wegenwacht gebeld, keurig geholpen. Ondertussen vertelt de mevrouw uit Culemborg dat ze vond dat haar auto al wat slecht optrok. "Ja en nu op de snelweg ging hij steeds langzamer. Op een gegeven moment reed ik zo'n beetje 60 en toen begon er een vrachtwagen te toeteren. Dus nu sta ik hier". "Waar komt u vandaan?" vraag ik haar. Van een begrafenis, ik heb het pontje genomen en ben nu onderweg terug". "Moet ik iemand voor u bellen?" "Welnee, die lachen mij alleen maar uit! Ze hadden me nog gewaarschuwd". Binnen 10 minuten arriveert de politie, die had ik niet gebeld. Twee jonge correcte en spontane agenten weten mij te vertellen dat er tien meldingen zijn binnengekomen over een vrouw die op de vluchtstrook stond te zwaaien. Geen aanleiding om te stoppen kennelijk. Al kort daarna stopt de wegenwacht gevolgd door Rijkswaterstaat. De mevrouw uit Culemborg klimt behendig uit mijn auto en loopt met de wegenwacht mee. Haar auto wordt op een auto getakeld. We nemen afscheid met een hand. Ze kijkt mij dankbaar aan en dat is wat ik ben. Dankbaar dat zij juist op dat moment juist daar stond. Twee armen in de lucht en de positieve houding dat alles goed komt. Het doet mij denken aan de tekst uit het boek de honderdjarige man die uit het raam klom en verdween. "Het is wat het is en het wordt wat het wordt". Dank u wel voor dit leerzame half uur mevrouw uit Culemborg, ik wens u nog vele jaren…
0 notes
fredvahlkamp-blog · 10 years
Text
Regels
Met de openstelling van deBankvanNoppes heb ik geprobeerd om een regelloze omgeving te creëren. Dat blijkt niet eenvoudig. Niet omdat er regels nodig zijn, maar omdat deze houvast lijken te geven voor mensen die daar behoefte aan hebben. 
Nergens in de ruimte tref je regels aan, waardoor mensen gedwongen worden met elkaar te communiceren. Als je in deze open werkomgeving binnenstapt, staat het je vrij om een plekje uit te kiezen, jezelf van koffie te voorzien en heerlijk rustig aan het werk te gaan. Dat staat alleen nergens in de ruimte aangekondigd. Voor veel mensen aanleiding om even te vragen naar de "ongeschreven regels" van de locatie. Al is het maar de vraag naar het password van het wifi netwerk. 
Iemand heeft gemeend dat laatste toch een keer op een bordje te moeten schrijven, dan behoeft dat geen nadere toelichting. Met als gevolg….
Tumblr media
 de eerste klachten over de ruimte. Op twitter lees ik tot mijn verbazing: 'WIFI code "nummerig" niet goed bij deBankvanNoppes!' Dat klopt, de code is ook niet "nummerig" maar "nummer19", gebaseerd op het huisnummer van de Bank. De tweet werd verstuurd tijdens een workshop die een vereniging in deBankvanNoppes had georganiseerd. Er waren zeker dertig mensen aanwezig. Naar schatting meer dan de helft van die mensen was al eerder op de locatie geweest en bekend met het wachtwoord. Maar als je niets hoeft te vragen omdat het op een bordje geschreven staat……… Wat mij betreft terug naar de tijd zonder regels, dat maakt communicatie veel persoonlijker en stukken beter, kan ik je verzekeren!
0 notes
fredvahlkamp-blog · 11 years
Text
Alles stroomt, alles beweegt…
Pantha Rei Alles stroomt, alles beweegt…
Via de social media zoals LinkedIn, Facebook en Twitter, word je getrakteerd op honderden one liners en goed bedoelde spreuken. Mijn ervaring is dat zo’n spreuk precies op het juiste moment moet langskomen, om te beklijven. Veel wijze woorden spoelen met de vluchtigheid van de media waarmee ze gepresenteerd worden langs en door ons heen. De hoeveelheid informatie die wij op ons af krijgen, lijkt sowieso eindeloos en in zijn veelheid niet te verwerken voor een individu. Door de onbeschrijfbare hoeveelheid informatie die dagelijks op mijn pad komt, ervaar ik dat ik steeds vaker kennis tot mij neem doordat er sprake is van serendipiteit: vinden wat je niet zoekt of populairder: zoeken naar een speld in een hooiberg en er uitkomen met een boerenmeid.
Pantha Rei, maar vooral de vertaling: alles stroomt, alles beweegt, is een tekst die ik niet zocht, maar die wel bleef plakken. Met deze uitspraak van Plato, waarmee hij de gedachtegang van de Griekse filosoof Heraclitus (540 – 480 v Chr) weergaf, werd ik recent geconfronteerd. Tijdens een bezoek aan mijn geboorteplaats Vlissingen liep ik halverwege de Nollepier langs een horecagelegenheid met de naam Pantha Rei, alles stroomt, alles beweegt. Aan het einde van deze pier, die het Badstrand en Nollenstrand met elkaar verbindt, wordt hetWereld Windorgel bespeeld door de wind en zie je het water van de Westerschelde om de pier heen stromen. De natuurlijke stroom van het water wordt door de basaltblokken doorbroken, waardoor het alle kanten op beweegt. Alles stroomt, alles beweegt en dat geldt evengoed voor organisaties. Wat vandaag een gegeven lijkt, blijkt morgen toch variabel
Inmiddels lang geleden, tijdens mijn studie Agrarische Bedrijfskunde, zei een docent: ‘De kwaliteit van een organisatie wordt bepaald door de mate waarin deze in staat is van snelheid en richting te veranderen.’ Op de keper beschouwd, ben ik het niet met deze uitspraak eens. Niet de kwaliteit, maar het succes van de organisatie wordt bepaald door het vermogen om van snelheid en richting te veranderen. Mijn mening is dat de kwaliteit van een organisatie wordt bepaald door de mate waarin een organisatie in staat is om aan verwachtingen te voldoen. Om na te kunnen gaan of je als organisatie of onderdeel daarvan aan de verwachtingen voldoet, is het van belang om die verwachtingen vast te leggen en daarmee verifieerbaar te maken. Dit vastleggen nijgt op gespannen voet te staan met de wil om van snelheid en richting te veranderen.
De vraag is altijd: Wat leg je vast en wat niet? Na de enorme hype rondom de NEN-ISO 9000 normeringen, die in veel gevallen tot overbodig documenteren en window dressing heeft geleid, lijkt het aan dat front wat rustiger te zijn. Toch komt overbodig documenteren nog steeds voor. Een certificaat is dan weliswaar commercieel niet meer onderscheidend, het behalen ervan is vaak wel noodzakelijk, daar dit wordt opgelegd door wet- en regelgeving of gewoon gebruikelijk is in de branche. Veel bedrijven, met name in de voeding, farmacie en zorg hanteren zeer strikte regelgeving. Logisch als je denkt in risico’s en de daaraan verbonden gevolgen. Toch zie ik nog maar weinig kwaliteitsmanagementsystemen die echt slim en slank zijn opgezet vanuit kritische succesfactoren of specifiek vanuit de risico analyse. Er wordt in ons land heel veel tijd besteed aan het vastleggen, controleren, verifiëren, autoriseren en vrijgeven van documenten die door de eindgebruiker weinig tot niet geraadpleegd worden.
Veel handboeken – keurig van versiebeheer voorzien – zijn inmiddels vervangen door een intranet publicatie. Makkelijk toegankelijk en na autorisatie vooral ook makkelijk te verspreiden. Doelstelling was dat de documenten makkelijker en vaker zouden worden geraadpleegd en dan vooral door de mensen die gebonden zouden moeten zijn aan de naleving van hetgeen erin staat. De vraag is nu of de huidige digitale publicatie meer leeft dan de papieren handboeken of dat het gewoon gedigitaliseerde papieren tijgers zijn, die keurig inzicht geven in de processen in een organisatie en de daaraan gekoppelde werkbeschrijvingen en/of formulieren. Ook referenties naar normen, wet- en regelgeving en interne Taken, Bevoegdheden en Verantwoordelijkheden kunnen eenvoudig weergegeven worden in zo’n digitale omgeving. Zinvol en voor en aantal mensen tijdbesparend, zeker als leeswijzer voor toezichthouders in welke hoedanigheid dan ook. Toch blijft voor mij de wezenlijke vraag: hoe maak ik een handboek dat zinvol is en daadwerkelijk gebruikt wordt op de plaatsen die ertoe doen in mijn organisatie, in combinatie met het feit dat die organisatie continu in beweging is.
Een logische veronderstelling is dat naar mate een medewerker meer relevante kennis en ervaring heeft, de behoefte aan ondersteunende documentatie, in bijvoorbeeld de vorm van een werkinstructie, afneemt. Dit zou betekenen dat het belang van documentatie afneemt naarmate een medewerker langer betrokken is bij de beschreven werkzaamheden. Alleen op het moment van wijziging wordt het document weer relevant voor de medewerker. De terechte vraag hierbij is of de documentatie de wijziging in werkzaamheden volgt of dat de wijziging van werkzaamheden wordt ingegeven door een aanpassing in de documentatie. Veelal zal het eerste het geval zijn, waarmee de relevantie van het document voor de medewerker opnieuw kleiner wordt. De mate waarin documentatie geraadpleegd wordt, hangt naar mijn idee samen met de relevantie om dat te doen. Goed kunnen vinden wat je moet doen, is misschien een pre tijdens een audit, maar verder van weinig waarde als je het helemaal niet nodig hebt om je werk correct uit te voeren.
Een factor die op de relevantie van raadpleging van invloed kan zijn, is de hoeveelheid informatie die nodig is om je werk uit te kunnen voeren. Zo was ik laatst te gast bij een keuringsinstituut van groente en fruit. De keurmeesters hebben een digitale publicatie van hun documentatie beschikbaar, omdat je – met welke ervaring dan ook – niet tot nauwelijks in staat zult zijn om alle variabelen bij keuring te overzien. Het maakt verschil of een tomaat naar Rusland of naar Duitsland gaat en dus moet de keurmeester op basis van deze variabelen zijn of haar documentatie kunnen raadplegen. Hiermee is dus niet alleen de kennis en ervaring van de medewerker bepalend geworden voor de noodzaak van de aanwezigheid van documentatie, maar ook de complexiteit van de omgeving waarin deze kennis en ervaring opereert.
De mate waarin een handboek geraadpleegd wordt is daarmee afhankelijk van de kennis en ervaring van de betrokken medewerker alsmede van de mate waarin de medewerker zelf de noodzaak ervaart om het handboek te raadplegen om zijn of haar werk goed te kunnen doen. Als die noodzaak tot raadpleging alleen ingegeven wordt door het toezicht op naleving van hetgeen er gedocumenteerd is, dan is er naar mijn mening een grote kans op het in slaap vallen van de documentatie.
BLOG gepubliceerd op de website van ManualMaster op 23 september 2013 http://www.manualmaster.com/nieuws/►blog-alles-stroomt-alles-beweegt/
0 notes
fredvahlkamp-blog · 11 years
Text
Onthoofd
Tumblr media
De Middelandse Zee is goed zichtbaar vanaf ons terras in Almáchar, Andalusië, Zuid- Spanje. Daar zwommen al die visjes, die we vanochtend bij de visboer in El Borge, een klein dorpje een berghelling verderop, hebben gehaald . El Borge heeft een viszaakje ter grootte van een garage, met een enthousiaste uitbater die geen woord over zijn eigen grens spreekt. Hij prijst zijn vis luidruchtig in het Spaans aan en als je geluk hebt staat de zaak vol met Spaanse vrouwen op leeftijd, die er ook allemaal iets van vinden. Deze vrouwen komen niet tot aan mijn schouder, dus ook in een volle zaak kan ik gemakkelijk naar de toonbank kijken, waarop de piepschuimen dozen staan vol met ijs en verse vis. Die haalt hij in de vroege ochtend in Málaga, ongeveer drie kwartier rijden. Vandaag zijn er weer Boqeurones, door ons Ansjovis genoemd,  die we kennen vanuit blikjes en op de Italiaanse Pizza. Fervente Spanjegangers komen deze visjes in diverse vormen tegen bij het bestellen van Tapas. Onze favoriet is de gefrituurde vorm. Hoe je dat zelf klaarmaakt, heb ik geleerd van de Marrokaanse visboer in Gorinchem. Hij vertelde hoe zijn moeder de visjes klaarmaakt. De visboer hier in El Borge heeft dat nog een keertje dunnetjes over gedaan. Verstaan deed ik het geen moment, maar voordoen hoe je de vis schoonmaakt, hielp mij stukken verder.
Het begint allemaal met het onthoofden. Je pakt het visje pal achter de kop tussen duim en wijsvinger van je linkerhand (voor rechtshandigen). Vervolgens pak je met dezelfde vingers van je andere hand de kop vast en breekt die af in de richting van de buik van de vis. Met één handige beweging trek je zowel de kop als de ingewanden van de vis los. De buik scheurt als vanzelf open tot aan de anus. Het eetbare deel spoel je af onder de kraan en leg je klaar op een bord. In dat bord leg je wat keukenpappier zodat de vis droogt. De kop en ingewanden kunnen richting afval. Omdat het seriewerk is gooi ik de kop en ingewanden in de spoelbak naast mij in een plastic zakje. Vandaag heb ik er minstens dertig onthoofd en gespoeld. De visjes kunnen wat zout gebruiken en daarna rol je ze door de bloem. Zet op hoog vuur een pan gevuld met zonnebloemolie op en frituur de visjes in kleine porties in de hete olie. Schep de visjes uit de olie op keukenpapier zodat het vet niet al te veel in de vis trekt. Als de olie heet is, voeg ik altijd een stukje knoflook toe, dat ik een minuutje laat frituren. Dit brengt de olie op smaak en dat proef je terug in de krokante visjes.
Het resultaat: heerlijk! Glaasje witte wijn erbij en misschien een dipsausje in de vorm van Aioli. Na al dit werk staren ongeveer zestig ogen je aan vanuit een plastic zakje in de gootsteen. Al tijdens het schoonmaken voel ik mij dichter bij de natuur komen. De visjes waren al dood, dat scheelt natuurlijk de helft. Neemt niet weg dat ik in ieder geval een heel en onbeschadigd dier in mijn handen heb, waar ik vervolgens de kop aftrek en de buik van open scheur. Toch een momentje om bij stil te staan. De kans dat deze visjes door een grote geïndustrialiseerde kotter uit zee zijn gevist, acht ik groot. In zekere zin sta ik daarmee nog steeds ver af van de natuur. Deze vis haal ik bij een visboer, die haalt ze bij de vismijn, daar komt het van een schip af. Toch heeft die schoonmaakactie geholpen. Evenals de televisie uitzending van Zembla ergens begin september. In die uitzending wordt de vleesverwerkende industrie van binnenuit aan de kaak gesteld. Wat eten wij eigenlijk. Hoe biologisch is biologisch en wat betekent dat precies?  Vlees ligt achter een cellofaantje in de supermarkt geprijsd en wel te wachten op de consument. Het vlees is zover van de oorsprong af en die oorsprong zover van ons af, dat ik geen enkel gevoel meer heb bij het dier, als ik mijn biefstuk aan het bakken ben.
De uitzending van Zembla, de filmpjes op facebook over de slachterijen, het helpt allemaal om mijn bewustzijn te motiveren. De Boqeurones van vandaag ook. Terug naar zelf dieren fokken en slachten of vegetariër worden. Voor mij beide geen optie. Terug naar de ambachtelijk slager, kennis nemen van de oorsprong en het dierenwelzijn en bewust inkopen doen, is stukken dichterbij en een hele stap voorwaarts.  
0 notes
fredvahlkamp-blog · 12 years
Text
Barcelona
Vanochtend wakker geworden in Barcelona, de stad waar ik mij zo thuis voel. Spanje mag dan economisch in moeilijkheden verkeren, ze hebben wel lekker fruit. Dat klinkt misschien wat gek maar het is toch een overdenking waard. Hoe komt het dat hier op de markt het fruit, heerlijk rijp, prachtig op stapeltjes ligt zonder pakpapier of folie met een sticker "eetrijp". Mijn ervaring is dat je met een eetrijpe mango van de Albert Heijn nog steeds eenvoudig de oorlog kunt winnen. De factor arbeid is bij ons zo duur dat wij ons geen stapeltjes kunnen veroorloven en dat rijping en smaak ondergeschikt zijn geworden aan efficiëntie van productie en transport. We mogen in ons land zelf een prijssticker op een mango plakken en met de handscanner aan je virtuele boodschappenlijst toevoegen om die vervolgens zonder de kassa te passeren zelf af te rekenen. Tegen vooruitgang? Helemaal niet, maar een stukje mango aangeboden krijgen om te proeven is wel heel sfeervol. Vervolgens zoekt de mevrouw geduldig de beste uit haar stapel en ga ik blij naar huis. Met mijn mango win ik de oorlog niet maar in mijn gevoel leef ik wel een dagje langer.
0 notes
fredvahlkamp-blog · 13 years
Text
Miel et Meaux
Het kost moeite om de brie de meaux en de lokale honing gevangen te houden tussen de onder en bovenkant van een baquette. Deze laatste gekocht bij een heel aardige mevrouw la boulangier in Bagnols sur Ceze, een dorp in het warme zuiden van Frankrijk. Nadat ik over de toonbank hellend mijn brood had aangewezen onder begeleiding van een wat onbeholpen “la la” geluid, hoorde ik na het wikkelen van een te klein papiertje duidelijk het woord quattre. Dat is iets met vier wist ik uit een ver verleden en prompt leg ik twee munten van twee euro op de toonbank. De vrouw, enigszins op leeftijd, niet al te groot en een bijzonder vriendelijk gezicht, kijkt wat paniekerig en fluistert iets binnensmonds. Dan zoekt ze bedachtzaam de prijsjes af die hier en daar wel bij de broden staan. Haar vinger wijst richting een exemplaar van zeventig euro cent en vervolgens kijkt ze mijn kant op, steekt haar wijsvinger de lucht in en terwijl haar andere vinger op het prijsje van zeventig cent blijft wijzen, zegt ze langzaam en belerend “eeeeeeeeeeeeeeee”. Na die lange letter steekt ze twee handen in de lucht, kijkt me indringend aan, en met gespreide vingers voegt ze toe, “dies”. Een brede glimlach maakt haar gezicht innemend en met twinkelende ogen wacht ze af of de drie kwartjes en een stuiver vallen. Haar gezicht brengt mij bij juffrouw Wetering van de tweede klas der lagere school. Die twinkelde alleen niet, die ramde met een stok op tafel zodat de kwartjes omhoog vlogen om vervolgens toch te vallen. Tachtig eurocent, de vrouw had natuurlijk ook een twee eurostuk terug kunnen schuiven en er vervolgens één euro en twintig cent bij kunnen leggen. Dat was gênant geweest en had mij in de categorie domme toerist geplaatst. Nu was ik alleen dat laatste, want gênant werd het geen moment. Nadat ik eerst begrijpend knikkend de twee eurostukken had teruggenomen en vervangen voor één van één, schoof de mevrouw mij, “merci”, twee munten van tien centen toe.
  Opgetogen ging ik met mijn broodje onder de arm naar buiten. Nog geen uur later snij ik vakkundig, kon mevrouw la boulangier dit maar meemaken, mijn broodje in twee helften. De eerder gekochte brie de meaux kan niet wachten om uit de verpakking te lopen en ik maak dit gietstuk af met lokale honing.  Meaux en miel gaan voor mij volkomen onverwacht de strijd aan in twee categorieën. Wie is het meest vloeibaar en wie smaakt het sterkst. Na een paar happen is mon pantalon tres plakkerig en hoewel ik met grote hoeveelheden witte wijn de strijders probeer te kalmeren, gaat de slag gedurende de aftocht gestaag verder. Gezeten op het terras van mijn vakantiewoning, waar het woord schaduw geen troost biedt, denkt vliegend Frankrijk “zo zo, een broodje Miel et Maeaux” en draait in steeds kleiner wordende kringetjes rond mijn lunchgerecht. Doodgraver, mestkever en strontvlieg knokken om de meaux en roepen beelden op van inmiddels lang geleden overleden kaas hergebruikt na eerdere consumptie. De honing is voor de gevleugelde zoetekauwen en dat maakt het tot een drukte van jewelste. Het laatste stukje van mijn broodje eet ik veilig achter de hor van mijn keuken, in alle rust en tevreden kijkend naar mijn achtergebleven glaasje wijn waarin een dikke vlieg dronken en verdoofd, heel plezierig zijn laatste golfjes maakt.
      Frankrijk, zomer 2009
Bagnols sur Ceze
0 notes
fredvahlkamp-blog · 13 years
Text
Pietje Benzine
Pietje zit de krant te lezen als Fred en Marjon binnenstappen. Hij kijkt even over de rand van de krant naar het tweetal en leest vervolgens verder. Fred en Marjon staan al met hun neus boven de repen chocolade, trekdrop, schuimblokken en fruitsleutels. Ze hebben allebei een dubbeltje in hun hand en ze weten precies wat je daar wel en niet van kan kopen.
Er gaat een harde bel, Pietje kijkt verstoord over zijn krant, zucht en staat dan langzaam op. De deur valt met een klap achter Pietje dicht, als hij in z’n blauwe overal naar buiten loopt, om een auto van benzine te voorzien. Fred en Marjon horen hem met de klant praten, die net uit zijn auto is gestapt. “Waar heb jij zin in?" vraagt Marjon aan Fred, die nog steeds vol aandacht naar het snoepgoed staart. “In een schuimblok en een trekdrop," antwoordt hij zachtjes. “Dat kan niet! Daar heb je niet genoeg geld voor," reageert Marjon beslist. “Dat weet ik ook wel! Wat ga jij nemen dan?” vraagt Fred op zijn beurt. “Ik twijfel tussen een schuimblok en een fruitsleutel," antwoordt Marjon. “Als we een schuimblok pakken en doormidden breken kunnen we het nog net opeten voordat Pietje terugkomt," denkt Fred hardop. “Dat is stelen, dat mag niet!" roept Marjon. “Van wie niet?” vraagt Fred naar de bekende weg. “Van m’n moeder niet en van jouw moeder mag het ook niet," denkt Marjon voor Fred na. “Volgens mijn moeder mag je niets meenemen uit een winkel zonder te betalen,"  zegt Fred langzaam, terwijl hij Marjon indringend aankijkt. “Nou, dat zeg ik toch, dat is stelen en dat mag niet," zegt Marjon. “Maaaaar, we nemen niets mee uit de winkel zonder te betalen," fluistert Fred geheimzinnig en hij gaat verder, “Voordat we de winkel uitgaan, hebben we het schuimblok al op en het andere snoep betalen we gewoon”. Fred kijkt triomfantelijk naar Marjon, die nadenkt over wat ze net gehoord heeft. Ondertussen kijkt Fred over zijn schouder naar Pietje, die nog steeds druk met de klant staat te praten, terwijl hij de auto voltankt. “Doen we het?" vraagt Fred aan Marjon, terwijl er blosjes op z’n wangen komen van de spanning. “Ik durf niet zo goed," zegt Marjon, die nu ook schichtig naar buiten kijkt.
Net als Fred zijn hand richting de stapel schuimblokken steekt, horen zij het geluid van het terughangen van de benzineslang aan de pomp. “Daar komen ze!" roept Marjon paniekerig. Fred trekt zijn hand net op tijd terug. De deur gaat open en Pietje stapt samen met de klant naar binnen. “Wat zien jullie rood," merkt de klant vriendelijk op. Pietje is achter zijn bureau gaan zitten en drukt op de knoppen van de kassa. Hij kijkt wantrouwig naar het tweetal. “Ergens van geschrokken?" vraagt hij op zijn beurt, maar veel minder vriendelijk dan de klant. “Nee hoor," liegt Marjon, “we kunnen gewoon niet kiezen." “En van nadenken wordt je rood," zegt  Fred zachtjes en niet erg overtuigd van zijn gelijk. De klant lacht, “wat is het probleem?” “We wilden twee dingen: een schuimblok en een trekdrop," antwoord Fred. “En ik wilde een schuimblok en een fruitsleutel," vult Marjon aan, “maar we hebben allebei maar een dubbeltje." De klant knikt naar Pietje, “zet er maar een schuimblok bij." Hij pakt een schuimblok van de stapel en breekt het in twee stukken. “Zo, teveel snoepen is niet goed, dus ieder de helft." “Dank u wel meneer," roepen Fred en Marjon in koor. Even later rekenen ze de trekdrop en de fruitsleutel af en huppelen de winkel uit. Achter hun pakt Pietje Benzine hoofdschuddend zijn krant, “kinderen," zucht hij. “Dat ging maar net goed," zegt Marjon opgelucht. “Mijn moeder zegt altijd: eerlijk duurt het langst," joelt Fred eigenwijs, terwijl hij met een ruk zijn trekdrop twee keer zo lang maakt.
(een op waarheid gebaseerd verhaaltje en één van de Fred en Marjon verhaaltjes die ik in een boekje wil bundelen. Kritische reacties welkom!)
0 notes
fredvahlkamp-blog · 13 years
Text
Videosollicitatie wint snel aan populariteit
Waar eerst de video-sollicitatie – of het webbased video-interview - vooral werd ingezet bij de voorselectie van kandidaten voor traineeprogramma’s, zie ik nu een snelle toename van de inzet voor diverse vacatures. Met de groei van de markt en het feit dat er meer gesproken wordt over deze nog steeds als innovatief ervaren manier van solliciteren, nemen ook de misverstanden in aantal toe. Met stip op de eerste plaats in de lijst van misverstanden staat de aanname dat een video-sollicitatie onpersoonlijk zou zijn. Het omgekeerde is het geval. Een video-sollicitatie voegt juist persoonlijkheid toe op een moment dat deze er in een klassiek selectietraject nog niet is. Naar mijn overtuiging moet video-sollicitatie daarom ook zo vroeg mogelijk in het selectieproces worden ingezet. Dit is het moment waar je normaal alleen over een C.V., motivatiebrief en gegevens van internetprofielen zoals bijvoorbeeld LinkedIn, Facebook, Hyves en Twitter beschikt. Deze schriftelijke informatie geeft een indruk van de kandidaat. Die indruk wordt echter veel duidelijker op het moment dat de kandidaat letterlijk in beeld komt. Deze extra informatie voedt heel sterk de intuïtie en daarmee verbetert de kwaliteit van de voorselectie aanzienlijk. Dit is gemeten en bewezen door bedrijven die video-sollicitatie inzetten bij de (voor)selectie van kandidaten. Het feit dat kandidaten meer en liever gezegd veel meer van zichzelf kunnen laten zien in een vroeg stadium is in het voordeel van beide partijen. Dat er door de inzet van video-sollicitatie geselecteerd zou worden op “mooie” mensen is een tweede misverstand. Het gaat niet om mooie of lelijke mensen maar om de persoonlijkheid van deze mensen. In het televisieprogramma Boeken van de VPRO, uitgezonden in september 2010, heeft hoogleraar en sociaal psycholoog Bram Buunk uitgesproken dat wij als mens heel goed in staat zijn om binnen een minuut in te schatten wie we voor ons hebben en of dat een geschikte werknemer is. Dit naar aanleiding van zijn gepubliceerde boek “Oerdriften op de werkvloer”. Met het aanspreken van de zintuigen Zien en Horen wordt ook het gevoel of liever de intuïtie aangesproken. Het gaat uiteindelijk om wat je ziet, hoort en voelt in relatie tot de functie die beschikbaar is en de cultuur van de onderneming. Het heeft mij verbaasd hoe scherp die analyse is op basis van videobeelden. Er zijn al diverse experimenten gedaan door gebruikers van video-sollicitatie om de waarde van de beelden te bepalen. Onder die experimenten behoort ook het uitnodigen van kandidaten die op basis van hun video-sollicitatie zouden zijn afgevallen. Het resultaat van dat soort experimenten wijst uit dat de video de waarheid spreekt. Geen van deze kandidaten werd uiteindelijk aangenomen. Een derde belangrijk misverstand is de verwarring met toepassingen zoals bijvoorbeeld Skype. Overigens prachtige techniek die ik vrijwel dagelijks gebruik. Belangrijk bij Skype is echter dat agenda afstemming noodzakelijk is. Dat is op zich niet erg als de voorselectie al heeft plaatsgevonden of er eenvoudig weg weinig kandidaten zijn voor een functie. Dan voegt een online gesprek via de webcam zeker grote waarde toe aan het proces en die techniek is ook nog gratis verkrijgbaar. Bij aanvang van het selectieproces en meer specifiek in de fase van voorselectie is dit in de meeste gevallen ondoenlijk en ook onwenselijk. Een gestructureerde video-sollicitatie, waarbij de vragen vooraf zijn geselecteerd op basis van de eisen en wensen die bij de vacature behoren, geeft een objectief beeld. De kandidaten krijgen dezelfde vragen en dezelfde antwoordtijd. Hierdoor wordt vergelijking van kandidaten veel beter mogelijk dan in opnames van live gesprekken met bijvoorbeeld Skype. Tweede punt is dat het stellen van vragen en het beantwoorden daarvan onafhankelijk van elkaar gebeuren. Een recruiter hoeft dus niet in direct contact te staan met een kandidaat. En dat is vaak voor beiden prettig omdat er geen agenda afstemming nodig. “Is video-sollicitatie niet erg eenzijdig?” is vaak de vraag. Dat kun je als kandidaat wel als zodanig ervaren. Je krijgt een verzoek toegestuurd om een interview te doen met behulp van je webcam. Die eerste kennismaking wordt helemaal afgehandeld door de computer, die de vragen in audio aan de kandidaat stelt. Nieuwe techniek heeft het echter mogelijk gemaakt om in de webcamstudio ook een sfeer van de werkgever te creëren. Die uit zich niet alleen in de huisstijl van die werkgever maar ook in de mogelijkheid om de kandidaat met een welkomstvideo te ontvangen en zelfs de vragen in beeld en geluid te stellen. Er zijn inmiddels diverse onderzoeken gedaan naar de inzet van video-sollicitatie. Op dit moment wordt er een onderzoek afgerond op de universiteit van Twente. Hierbij is circa 25 gebruikers gevraagd naar de voor- en nadelen in het gebruik van deze techniek en ook kandidaten is naar hun ervaringen gevraagd. De resultaten van dit onderzoek zijn binnenkort beschikbaar. Inmiddels melden steeds meer partijen zich als aanbieder van video-sollicitatie in de markt en dat ervaar ik als goed nieuws en een bevestiging van de verwachte groei. Ik zie uit naar een discussie over het waarom, hoe en wat van webbased video interview. door Fred Vahlkamp
Meer informatie over webbased video interview en/of videosollicitatie www.clooks.com
0 notes