Tumgik
#zelfkennis
d-i-x-i-t · 9 months
Text
Jezelf leren kennen kan ook door het oog van anderen.
- Aster Nzeyimana
0 notes
lamanchamarta · 2 years
Text
P A T R O O N.
Weer een dag. Een dag verder volgens hetzelfde stramien. Een ritme dat ik nu al meer dan één decennium volhoud. Toen een veilig haven. Nu met enige argwaan. Volg ik nog steeds slaafs datzelfde patroon.
Zo een dag. Gedachten worden niet omgezet naar woorden. Een loom gevoel slaat genadeloos toe. De lust in het leven durft soms te ontbreken. Voor even een engel. Echter geen dromen meer.
Elke dag. Verzet ik mij meer en meer. Ik neem dit niet als vanzelfsprekend aan. Een geruststelling voor mijn omgeving. Tevergeefs een argument. Stelt Marta pillen slikken in vraag?
©Mirte Van der Mynsbrugge juli 2022
0 notes
vriendenboekjes · 1 year
Text
Tumblr media
niet hetero- en homoflexibel 😭 idk ik vind het uuuh apart of de vraag naar seksuele geaardheid achterhaald te vinden. Alsof dat geen impact heeft op je leven. Ik bedoel het zou mooi zijn als dat niet uitmaakt maar in deze cultuur..... maar misschien moet ik een dertienjarige niet belachelijk maken
5 notes · View notes
gevoelsels · 2 years
Text
En iedereen die ik ontmoet, ken ik beter dan mezelf.
4 notes · View notes
gingerbreadperson · 1 year
Text
‘Schijtertje is over de brug’ - de zelfkennis
4 notes · View notes
luckylucullus · 20 days
Text
Tumblr media
Zelfkennis lijkt op verwaandheid voor degenen die het niet hebben.
0 notes
antroposofiedoen · 1 month
Text
Uittreksel ‘Meditatie’ (Mieke Mosmuller, Occident, 2007)
Inleiding
De eerste stappen op het pad van meditatie brengen geen gelukzaligheid, maar een volledige, eerlijke confrontatie met het eigen wezen tot stand: geen zin om te mediteren, redenen vinden om maar niet te hoeven mediteren, angst voor wat er staat te gebeuren, twijfel of men het wel goed doet, twijfel of het wel ergens toe leidt, enz. ‘Het eerste wat men mag zien is niet de schoonheid van het Al, maar de onmacht van het eigen zelf … De zich ontwikkelende kracht heeft als eerste opgave dit lager zelf onder ogen te zien en het om te vormen. Die omvorming is tegelijkertijd een opengaan van de poort naar het Al.’
‘We hebben met meditatie geen ander doel voor ogen dan ontwikkeling … Alle verontschuldigingen om niet aan zichzelf te werken berusten op niet-wil. En de vrijheid ligt juist daar: te willen of niet te willen … We moeten … van een passieve dromende ziel een bewuste actieve ziel willen worden … Meditatie is in aanvang een aangelegenheid van de wil.’
Zuiver denken
‘Een ding roept in mij een voorstellng op: ik vorm haar strikt naar haar wezen, of ik vorm haar vanuit eigen ervaring, mening en behoefte.’
‘Je kunt iets pas onderzoeken als je je op enige afstand bevindt. In het bewustzijn zit je echter midden erin, daarom is objectieve zelfkennis in eerste instantie werkelijk onmogelijk … De eigenlijke mens, diegene die je werkelijk in zuiverheid bent, leeft bewust en actief in het zuivere denken … Ze neemt de vorm aan van het niet kunnen verdragen van enige volmaaktheid van het “zelf” …, het is een voor het eerst opglanzen van een hoger Zelf … De wilskracht stuurt je op, uit het verstand in de richting van het zuivere denken.’
Er zijn twee wegen om het zuivere, vrije, lichte denken te bereiken:
Het beoefenen van het zuivere denken in een zintuigvrij element. Men bestudeert, met gesloten ogen, een denkinhoud die geen enkele invloed van de zintuigen meer heeft.
Het beoefenen van het zuivere denken in de zintuigelijke waarneming. Men tracht zich al denkend te leven in wat in de waarneming gedacht wordt, nog voordat het oordeel (besluit) wordt gevormd. Het is een denkend constateren (objectief); geen concluderen (subjectief).
De innerlijke discipline die voor de tweede weg nodig is, wordt door middel van de eerste verworven. In theorie kan ook met de tweede weg worden begonnen, maar in de praktijk blijkt de denkkracht, de denkdiscipline, daarvoor te gering. Hoewel de eerste weg beslist de beste is, kun je het element van het zuivere denken ook bereiken door direct, zonder ‘studie’, met de hier gegeven meditatie (zie ‘De Rozenkruis-meditatie’) beginnen.
‘Studie vraagt altijd een vorm van zelfoverwinning …’: ik heb geen zin, het is zo moeilijk, ik moet er zo veel voor doen, e.d. ‘Maar de toename in zuiver innerlijke kracht is het geschenk, het “diploma”’: doorzettingsvermogen, zelfvertrouwen, kennis, nieuwe inzichten, zelfoverwinning, zelfwaardering enz.
Ad. Het beoefenen van het zuivere denken in een zintuigvrij element.
‘Zuiver denken vinden we overal, waar in algemene principes en begrippen wordt gedacht, zonder deze op de natuur, het leven, de wereld, jezelf te betrekken.’ Hierbij kun je denken aan de (niet-toegepaste) wiskunde. In de axioma’s en bewijsvoeringen hebben we direct toegang tot het denken in zuivere begrippen. In begrippen als bv. ‘cirkel’ heerst licht, orde en overeenstemming. Zo kun je ook een zuiver denken vinden in de algemene wetten van bv. de natuurkunde of de scheikunde. Zodra ze worden toegepast op een bepaalde specifieke situatie, verlaten we het zuivere denken.’
In de filosofie is ook een zuiver denken te vinden, echter, filosofie is niet zo door en door te vertrouwen als wis- en natuurkunde. ‘De persoonlijke mening kan bepalend zijn, waardoor het denken uit het zuivere denken in het gewone denken omlaag valt.’
Ad. Het beoefenen van het zuivere denken in de zintuigelijke waarneming.
Als je in de natuur loopt houdt je jezelf daarvan gescheiden door je associatieve gedachteleven. Maar op het moment dat je naar een bloem kijkt, zonder denken, staart het je slechts aan. ‘Juist het beseffen van wat je waarneemt – al vorm je geen gedachten – is het denken in de waarneming … Waarnemen en denken zijn hier één, natuur en “ik” zijn hier één … de waarneming is gezuiverd tot een begeertevrij kleed … Het gewone sympathie-antipathie oordeel is geweken … Je raakt aan het wezen der dingen … Het vatten van de idee in de werkelijkheid is de ware communie van de mens.’
De Rozenkruis-meditatie
‘Verstand doodt alle gevoel, het moet dat ook, want het beroept zich op objectiviteit. Gevoel is het meest subjectieve wat er is, maar het meest rampzallige wat een mens kan gebeuren, is dat hij niet meer kan voelen … Het gevoel wordt gestemd door zowel onze binnenwereld als ook door de buitenwereld … In het eerste geval waardeer je alles naar je eigen maatstaf. In het tweede geval spreken de dingen hun waarde in je gevoel uit. Dat is de tweespalt in het voelen: egoïsme en liefde … Telkens is er die mogelijkheid van zelfzucht en onzelfzuchtigheid.’
Het voelen is onder te verdelen in:
Het voelen stemt het denken, het denken stemt het gevoel
Het voelen stemt het handelen, het handelen stemt het gevoel
Het gevoel kan zodanig ontwikkeld worden dat het zichzelf voelt (hierbij kun je denken aan het zogenaamde ‘focussen’ van E. Gendlin)
1e trap: imaginatie (het gebruiken van de beeldvormende kracht)
De hier beschreven meditatie leidt tot een volledige omvorming van het kenvermogen (zie ook: ‘Metamorfose van voelen, denken en de wil’ aan het slot van dit uittreksel). Het gaat hierbij niet om het verkrijgen van méér kennis of een vergroting van het blikveld. Om verder te kunnen gaan in het waarnemen en denken dan het alledaagse (incl. de wetenschap/kunst) moet ons kenvermogen worden gekneed, plastisch worden, maar ook een totaal ander standpunt leren innemen. Daarom mediteren we en nemen we ons uitgangstpunt in het denken, in het voorstellen. Denkende meditatie is wat we beogen. De lichaamshouding is onbelangrijk, al blijkt een te ontspannen lichaam de actief denkende aandacht alleen maar te verzwakken.
In de meditatie wordt het fysieke lichaam als het ware vergeten door actief te gaan denken. Het denken is van nature het meest lichaamsvrije element; het willen en het voelen zijn te sterk met het lichamelijke leven verbonden. ‘Als je … een denk-inhoud kiest, die niet aan het leven in het lichaam herinnert, wen je je aan een leven buiten het lichaam.’
De zin ‘de wijsheid leeft in het licht’ (zie ad. 1 – hieronder) moet/kan niet met het gewone begrijpen worden beoordeeld en het beeld van de Rozenkruis-meditatie (zie ad. 2 – hieronder) heeft een betekenis die niet overeenstemt met het verstandelijke begrip dat bij dit beeld kan horen.
Ad 1. Bij de zin ‘de wijsheid leeft in het licht’ kun je je afvragen:
Wat is wijsheid?
Wat is licht?
Leeft wijsheid?
Hier is het denken actief in het onderzoeken (mediteren). Het stopt als we conclusies trekken en antwoorden gaan geven als ‘ja’ en ‘nee’; zonder meer. Veel gemakkelijker is het om aandachtig te blijven als je met je denken in beweging blijft. Dan begeef je je met je denken zo veel mogelijk in verschillende gedachten en voorstellingen rondom een gegeven meditatie-inhoud. Dáár gaat het om: het ontplooien van een volkomen aanwezige aandacht in een rond een zin als ‘de wijsheid leeft in het licht’. Even bestaat er niets anders meer dat het waard is om je aandacht te krijgen; even heb je voor de wereld, je lichaam en je herinneringen geen tijd. Uiteindelijk – en dat zul je wel merken – raak je uitgedacht en kom je stil te staan. Dan is er nog slechts een denkende stille aandacht voor de zin (schouwen).
We worden zowel vóór als tijdens het mediteren door allerlei zaken geprikkeld die uit onszelf afkomstig zijn – hierbij kun je denken aan verlangens als ‘ik wil liever andere dingen doen’, ‘ik heb slaap/honger’ – of de fysiek-zintuigelijke wereld – ‘ik hoor …’, ‘ik ruik …’, ‘ik voel …’. We worden hierdoor belaagd … bestormd, en we moeten veel moeite doen om ons daaraan te ontworstelen. Gaandeweg wordt duidelijk dat de weg veel langer is dan we aanvankelijk dachten.
Ad 2. De Rozenkruis-meditatie.
In plaats van een zin, nemen we nu een zinnebeeld als meditatie-inhoud. Meditatie moet ons uit het fysieke, uit het zinnelijke bevrijden. Dat kan alleen als het gekozen beeld niet betekent wat het in de wereld betekent, maar iets anders. De rode kleur van een rode roos doet denken aan bloed. Maar het rozen-bloedrood is zuiver. Het is begeerteloos van zichzelf. Het bloed in ons lichaam is troebel; begeertevol. Het rozenbloed kan symbool staan voor zuiverheid en onzelfzuchtigheid want de plant wil niets van zichzelf en groeit en bloeit voor iedereen, ongacht zijn of haar interesse voor de bloem en wat men daarmee gaat doen.
Bij de Rozenkruis-meditatie komt het niet alleen aan op een in- en aanspannen van het voorstellingsleven, maar tevens op een zich laten bevruchten door het beeld in het gevoelsleven. Je zult merken dat als het nog allemaal nieuw voor je is, dat het misschien wat moeite kost, maar het wordt nog lastiger (en anders lastiger) als je het ook nog eens dag in dag uit blijft doen. Naast vechten tegen het aanstromende alledag-gedachtenleven, moet je ook nog vechten tegen de routine.
Uitleg van de Rozenkruis-meditatie:
1e trap: imaginatie (de beeldvormende kracht inzetten)
Stel je een rode roos voor: hij treedt niet met zijn omgeving in interactie. Hij groeit en bloeit voor iedereen, ongacht zijn of haar interesse voor de bloem en wat men daarmee gaat doen. Aldus is hij onzelfzuchtig en zuiver hetgeen gesymboliseerd wordt in de rozenrode kleur.
Nu maak je een vergelijking met de mens: in het rode bloed van de mens huist zijn ik. T.o.v. de plant kan de mens zich in de ruimte bewegen, hij kan dingen laten en doen (begeren).
Dan realiseer je je: het streven van de mens moet zich richten op het beteugelen van zijn begeert. (Alleen door te mediteren leer ik mijn driftleven kennen; omdat ik ook vaak niet wil mediteren). Soms zal ik onmacht voelen in het volharden, soms zal ik de wil/moed/energie hebben om door te gaan.
Stel je een donker, houten kruis voor: dit kruis staat symbool voor het omvormen van de lagere driften. Ze sterven aan het kruis.
Uit het dode, zwarte hout van het kruis spruit leven voort: nu vormen zich zeven rode rozen rondom het snijpunt van de kruisbalken. Wat je wil is je lagere driften omzetten in geestdrift. Hier gaat de meditatie (activiteit) over in contemplatie (passiviteit). Stil, aandachtig en vol eerbied aanschouw je nu het beeld. Het is een echt zinnebeeld – levendig omdat de voorgaande stappen zijn doorlopen –, een echte gebeurtenis; een lotgeval.
In de 1e trap (imaginatie) oefenen we ons in exacte verbeelding. We vormen onszelf om tot een zelfgemaakt beeld. Dit is geen werkelijkheid, maar wel een realiteit. De enige werkelijkheid daarin is de telkens toenemende innerlijke activiteit – in eerste instantie merkbaar als denkkracht (fase 1, 2, 3, 4 en het eerste deel van fase 5) en vervolgens ook merkbaar als concentratiepunt boven de neuswortel. Bij voortgezette oefening breidt deze stuwende kracht zich uit naar het strottenhoofd, het hart en de armen en handen. ‘Je hebt geen visioenen, geen bovenzinnelijke waarneming van gestalten of wezen. Er is slechts de bundeling van je eigen denk-energie, waarin je niets gewaarwordt dan je eigen gestuwde fantasiekracht …’ Dan komt de volgende trap in zicht: inspiratie.
2e trap: inspiratie (het waarnemen van de beeldvormde kracht)
Voordat je een stap kunt zetten op de 2e trap in het mediteren is het nodig om het imaginatie deel enige tijd vol te houden; dus het gedeelte tot aan het begin van de 5e fase. Daarna ga je je op de innerlijke activiteit (kracht/energie) richten die tijdens het imagineren optreedt. Op de inspiratie-trap vind je jezelf in je werkzaamheid.
Vond je jezelf op de imaginatie-trap innerlijk als een zelfgemaakt beeld, door jezelf gemaakt als denker, als voelend en als willend wezen. Op de 2e trap beleef je jezelf als een merkbare stuwende kracht. Je hele wezen wordt ermee opgevuld, gestuwd, waardoor je haar gewaar wordt.
Op de deze trap verlegt de aandacht zich van het innerlijk beeld naar de innerlijke kracht. Je blik verschuift één trap verder in de richting van de geest, zij het dat het nog steeds alleen de eigen geest is die je gewaarwordt.
‘Mediteren van de innerlijke kracht vraagt een veel grotere aandacht dan mediteren van een beeld.’ Je zult merken dat je weer geconfronteerd wordt met je gewone gedachten. Je verlangt naar inhoud: kracht als inhoud bevredigd niet. Wat is er interessant aan een gewaarwording van kracht? Je wilt afzien van de zintuiglijke inhoud, omdat je weet dat je daar de geest niet zult vinden. Je ziet jezelf als wevend actief, zonder inhoud wevend aan een sluier, die het je onmogelijk maakt om een andere (geestelijke) inhoud waar te nemen dan jezelf in innerlijke activiteit. Langzaam komt er een golvend ritme in de kracht, een ander ritme dan de hartslag en de ademhaling. Het is een langzaam aanzwellen en weer afnemen van smart. Er is een tweedimensionale beweging. Je bent zelf op elk bewegend punt, op alle punten tegelijk in beweging, vormen en figuren bewegend die je niet zou kunnen tekenen, omdat je daar altijd van punt naar punt gaat. Hier ben je alle punten tegelijk in een veelvoud van bewegende vorm.
3e trap: intuïtie (de herkenning van de beeldvormer)
Op de derde trap is alle inhoud in het denken – die nog herinnert aan het aardse leven – omgevormd in wervelende, sproeiende levenskracht. In bewegende vormen bespeur je de levende architectuur van je lichaam, zij het nog heel elementair. De stilte van je fysieke vorm is overgegaan in het leven van de beweging. Toch weet je: alles wat ik beleef ben ik nog altijd zelf. Ik moet wél actief blijven, wil ik in dit bovenzinnelijk element standhouden. Hier passief worden betekent: terugvallen in het gedachteleven van alledag.
Terwijl de beeldvormende kracht in volle werveling is, kan het gebeuren dat je aandacht zich plotseling verplaatst van de krachtontplooiing naar de ontplooier. Er is nog slechts de beeldvormende kracht die één en hetzelfde is met het denkende. De denkende, die nu ook actief niet kan denken, moet zo leren zich te laten denken.
De beeldvormende denker (1e trap) weefde een sluier: de actieve niet-denker trekt de sluier die de openbaring van zijn zelf is weg, trekt het weefsel los, wordt doorzichtig zonder te verdwijnen (2e trap). De immense diepe duisternis biedt de vorm voor de geestelijke wereld. Ze zwijgt en de geest begint te spreken, in beeld, woord en wezen (3e trap).
Daar waar de beeldvormende kracht ontspringt vind je de derde laag: de laag van de beeldvormer, van de denker. Een grootse, immense duisternis doet zich aan je voor. Je staat tegenover jezelf, tegenover je wezen. Je leeft in een diepte die aanvankelijk duister en toch door en door bekend is. In het gewone leven noem je die diepte ‘ik’, maar je hebt er geen idee van hoe onpeilbaar diep en duister dit ‘ik’ is.
De Christusimpuls
Op het punt waar we nu zijn, hebben we het kennen als aangrijpingspunt voor ontwikkeling naar de geest genomen en hebben we het kennen verruimd tot imaginatie, inspiratie en intuïtie. In de intuïtie vonden we ons wils-wezen, maar het is daar eigenlijk indifferent, het kan vrij kiezen voor goed of kwaad. Daarom is een intensieve morele ontwikkeling een noodzaak. Deze morele ontwikkeling vindt plaats via het 8-voudige pad, geschonken door Gautama Buddha. Daarnaast is er ook nog het 6-voudige pad dat aan de zuivere, levende ziel zelfbewustzijn en meesterschap over zichzelf schenkt. Dit pad is gebaseerd op de Christusimpuls. Buddha als leraar van de liefde en het medelijden; Christus als het wezen van liefde en medelijden zelf.
Zonder de vaardigheid in het 6-voudige pad lijkt de beoefening van het 8-voudige pad een onmogelijkheid.
Het 6-voudige pad is eenvoudig, maar moeilijk. Het vraagt dagelijks niet meer dan 5 min. tijd. Eenmaal dit pad opgegaan, zou je het nooit meer moeten verlaten.
Het 6-voudige pad
Een gedachtengang in gang zetten: kies een voorwerp en vorm daar vervolgens in een tijdspanne van 5 min. allerlei gedachten over. Kies een eenvoudig door de mens gemaakt - niet kunstzinnig - voorwerp. Bedenk de fabricage, de herkomst van het materiaal, het nut, de gebruiksmogelijkheden, de varianten enz. Het beste is om er een maand mee bezig te zijn. Gaat deze oefening je goed af, dan ben je klaar voor de tweede.
Je iets voornemen en dat ook dóen: je neemt je 's morgens vroeg voor, om later op de dag, op een bepaald tijdstip, een zekere handeling te verrichten. Het moet een kleine handeling zijn,die geen andere zin heeft dan het in vrijheid verichten ervan. Hij moet nutteloos zijn en hoewel het net als in de vorige oefening steeds iets anders mag zijn geldt dat de levendigheid ervan nooit in een routine mag ontaarden.
Opletten dat je gemoed niet in uitersten doorschiet: in de eerste oefening ging het om controle van het denken, in de tweede om controle van de wil. Nu gaan we over tot de beheersing van het gevoel. Zonder de voorafgaande oefeningen te verslappen, probeer je nu de beide polen verdriet en vreugde te beheersen. Door beide polen, laat je je niet overweldigen. Juist in het in de hand hebben van intense gemoedsbewegingen ontstaat de gelijkmoedigheid.
Het positieve zien in het negatieve: in de vierde maand ga je bewust op zoek naar het positieve in elke situatie, in elk mens en ook in jezelf, zonder van het negatieve weg te kijken.
Voor alles open staan: je neemt je voor geen enkel voorbehoud te hebben, voor niets en voor niemand.
In jou komen al deze aspecten nu tot leven: in jou heerst de controle van/in het denken, de wil en het gemoed. Je staat gelijkmoedig in verbinding met de buitenwereld. Je ziet het positieve temidden van het negatieve ziet en staat open voor alles en iedereen.
Bij elke stap geldt dat er aan einde van de dag kort op gereflecteerd kan worden: heb ik het wel gedaan? hoe ging het? snap ik waar het om gaat? enz..
Het 8-voudige pad
In het 8-voudige pad, gaat het om het vormen van:
De juiste mening: je leert pas luisteren naar andere mensen als je je eigen mening laat zwijgen; een zuiver denken is een denken dat is gezuiverd van onnodige ballast.
Het juiste besluit (oordeel): een conclusie van meningen.
Het juiste woord: hier is je aandacht is gericht op het spreken.
De juiste daad: het gaat nooit om de persoon of het ogenblik; je leert steeds meer oog krijgen voor het grote geheel.
Het juiste standpunt: dit laat zich vinden in een evenwicht van uitersten.
De juiste gewoonte: het gaat erom, dat je een verwerkelijking van het 8-voudige pad wordt.
De juiste herinnering: gebruik de herinnering niet om te bekritiseren of om te beleren; gebruik haar om er iets van te leren.
De juiste aanschouwing: ga bij jezelf te rade; reflecteer op het eigen gedrag.
Karma en reïncarnatie
Je lot leren dragen is één ding, je lot bewust scheppen iets anders. Dit laatste kun je doen door je:
denkbeelden te zuiveren (bv. van ‘Er bestaat geen god/reïncarnatie’ enz. -> ‘Er bestaan goden/reïncarnatie’ en ‘God is een man met een baard die onzichtbaar op de wolken van de hemel naar de hemel kijkt’ -> ‘God is de absolute grond van het zijn’)
aan het 6- en 8-voudige pad te houden
bezig te houden met het zuivere willen/voelen en denken
Onthoudt dat zaken als zelfzucht, ijdelheid, eerzucht en ontevredenheid je eigen ontwikkeling in de weg staan. Hier is geen sprake van zuiver willen/voelen/denken.
Het beoefenen van het zuivere denken in een zintuigvrij element (meditatie op het fundament van de vrijheid)
Er is één moment in elk mensen-innerlijk, waar je volkomen vrij bent: de initiatie van het denken. ‘Beproef jezelf: nergens, nooit zul je een activiteit vinden waarvan je zeker kunt zijn dat ze op vrije wil berust dan uitsluitend in de act van het in gang zetten van een gedachtengang, een denkproces … Natuurlijk, als je een baan hebt waarin je creatief moet denken, is dat een soort dwang om te denken … [maar] Hier gaat het om die uitzonderingsmomenten die je jezelf schenkt, waarin je eigen wil het denken in gang zet.’
Piekeren, dromerig denken, associëren … dat is geen wilsinzet, geen denken.
‘Het is gang zetten van het denken in vrijheid is zoals als opstaan uit je stoel en aan het werk gaan – maar volledig innerlijk.’ Neem een stukje tekst, een zin, een woord en let telkens scherp op dat begin, op de overgang van passiviteit in activiteit, van niet-wil in wil, van niet-denken in wel-denken. Het vinden van dat punt is een grandioos moment, een gebeurtenis. Je vindt de vrijheid, het denken en de wil. ‘Elke voorstelling van die gebeurtenis doet haar tekort … het is een wedergeboorte uit geest, het is de geboorte van het ik, zoals het alleen maar te vinden is als het zich activeert. Dat vrijheidsmoment, het zich activerende ik, de eigenlijke mens, wordt onderwerp van meditatie. Daarop richt je je opmerkzaamheid, je concentratiekracht, maar ook je interesse en je overgave, je vermogen tot inzicht, ja alles wat je hebt. Meditatie met als onderwerp het moment van vrijheid wordt tot een daad, een act van bevrijding. Je rukt je los van alle objectgebondenheid en daarmee van de reële gebondenheid aan je lichaam, aan je lot … Dit is het begin van exacte helderziendheid, van geesteswetenschap.’
‘Er zijn niet “vele mogelijkheden om tot geesteswetenschap te komen”. Er is er maar één en die is hier beschreven. Wel zijn er meerdere voorbereidingen tot dat punt, maar het “punt” kan niet worden overgeslagen.’
‘Wanneer je begint met het in gang zetten van het denken is het de ontplooide gedachte die de aandacht vraagt, niet de daad van het in gang zetten. De activiteit moet zelf zo intens en sterk worden, dat ze onder de aandacht kan komen en niet zelf een gedachte blijft.’
‘Omdat het in gang zetten van het denken geheel in het gedachteleven zich afspeelt, en het gedachteleven zich afspeelt, en het gedachteleven alleen maar beeld is en geen substantie, treedt het in gang zetten van het denken in eerste instantie ook als beeld in het bewustzijn. Pas door intensieve oefening … komt langzaam iets anders dan beeld in het bewustzijn. Je begint reëel kracht te beleven, je hebt het beeld niet meer zo nodig om aandachtig en wakker in de meditatie te blijven … In de meditatie wordt kracht zelf een beleefbaar verschijnsel. Je bent het zelf, het is je eigen zijn, je ik, je vrijheid van ontplooiing – nu niet meer als gedachte, maar als beleefbare kracht … De beweging die het ik maakt kan vergeleken worden met de uitademing. Je geeft je kracht volledig aan de omgeving, je straalt, vanuit je middelpunt uit. Alleen adem je geen lucht, maar licht uit. Nu tracht je rust te vinden in die wereld van zelf gewild bewegend licht, bewegende kracht. Die wereld wordt nu zelf onderwerp van meditatie.’
Op de 2e trap trachten we het oordelende (besluitvormende), het denkende en voelende ik te vergeten. ‘De wilsactiviteit is er nog steeds, zij voorziet het bewustzijn immers van de kracht om in een inhoudsvrije toestand wakker te blijven. De enige energie van het bewustzijn, die in de inspiratie wordt ingeademd, is wilsinzet van het ik, al ziet het valle inhoud-geven af. De wilsinzet moet nu ook nog worden “vergeten”, terwijl we toch ten volle wakker blijven. … Je bent dan vrij geworden van het ik van nu, zelfs vrij van het ik zoals het deze incarnatie heeft voorbereid en je hebt een innerlijke ruimte geschapen waarin het bewustzijn van vroegere incarnaties kan ontstaan … Pas wanneer de realiteit van het ik van de vorige incarnatie in het bewustzijn begint binnen te treden – en dit is dus pas aan het eind van een lange, zeer intensieve oefenperiode – kun je de waarachtigheid ervan vertrouwen.’
Het beoefenen van het zuivere denken in de zintuigelijke waarneming (meditatie vanuit de Christusimpuls)
Het mediteren vanuit de Christusimpuls verloopt als volgt: we nemen met de zintuigen waar en voegen het denken daarbij.
1e trap (imaginatie): ‘Waarneming is a.h.w. inspiratie, denken expiratie. De waarneming krijgt betekenis door het denken. Nu kunnen we vervolgens onze blik, ons waarnemen … naar binnen richten, namelijk op het niveau van het denken. Geen waarnemen van het gevoel, van de wil, maar van het denken … Niet wat je denkt is dan van belang, maar hoe het denken gaat … Aanschouwen van het denken, van de intelligentie als innerlijke bezig-zijn, is aanschouwen van datgenee in ons wat zich uit het lichaam als geest kan vrijmaken … Het vinden van het begrip bij een waarneming wordt dan een innerlijk zoeken en vinden, het wordt een innerlijke communie.’
2e trap (inspiratie): ‘Stil worden vóór het denken doet je in het lichaam onderduiken. Wakker worden in het actieve denken tilt je juist eruit. Het dan tot zwijgen brengen van het dneken maakt je bereid om door iets anders dan jezelf aangeraakt te worden.’
‘Een zeer vruchtbare manier om dit niet-denken te oefenen (nogmaals: nadat het wel-denken tot grote activiteit is gebracht) is het actief maken van de waarneming, zonder gedachten … Dan tracht je beweeglijkheid in die waarneming te brengen door in warmte van de kleuren en tonen, de sympathische en antipatische werking, te leven … Dan kan dit zwijgende denkorganisme door een kwalitatieve verscheidenheid worden gegrepen. Het leert in beelden, in plaats van in begrippen te leven, terwijl het even helder en zuiver bewust blijft als bij het oplossen van een wiskundevraagstuk … De waarneming begint in beelden te spreken en je vindt jezelf liefhebbend temidden van die levende beelden … De etherische kwaliteiten van de zintuigen beginnen te spreken, de etherwereld, de wereld van het leven begint te spreken.’
Mediteren op het fundament van de vrijheid en mediteren vanuit de Christusimpuls, ‘… het is geensnelle weg naar helderziendheid, veel eer valt er niet mee te behalen en “de wereld zal u haten” … Pas na een lange, lange weg kun je de verruiming van het kenvermogen verwachten – die langs andere wegen veel sneller te bereiken is, maar die dan niet verbonden is met je eigenheid, met je individualiteit … De meditatieve weg die hier beschreven wordt (in haar drie vormen, die toch elke – hoe verschillend ook – hetzelfde zijn) leidt nooit tot die snelle inwijding.
Metamorfose van voelen, denken en de wil
Metamorfose van het voelen
‘Gedurende de meditatieve ontwikkeling wordt het voelen steeds meer een waarneming-, een ken-orgaan. De schertpte in het onderscheiden van de kenprocessen en de steeds sterker wordende mogelijkheid om kwaliteit gewaar te worden door die processen te beleven maken het gevoelsleven tot een vermogen om objectief kwalitatief te waarderen … Je onderscheidingsvermogen t.a.v. je innerlijke activiteit is zó verscherpt dat je absoluut zeker weet wanneer je zelf oordeelt en wanneer het oordeel objectief in je spreekt. Dit laatste oordeel spreekt dan niet meer abstract in woorden of beelden, het wordt een gevoelskracht die je geheel doortrekt. Je bent een nieuwgeborene: de gevoelswaarnemingen zijn je in hun betekenis vooralsnog vreemd, je zult ze lang moeten koesteren, ze niet meer betwijfelen, ze niet met het verstand paralyseren, voordat ze werkelijk waarde krijgen als kenmethode.’
Metamorfose van het denken
‘Door de metamorfose van het denken, die gedurende de meditatieve ontwikkeling tot stand komt, ontstaat een reëele beleving van de aard van het gewone denken, van de gedachtewereld zoals we die van nature hebben.’
‘Je ontwaakt in je eigen denken met jezelf als denker. Het onthutsende van die ervaring is, dat je iets voltrekt wat niet van deze wereld is. Je treedt een rijk binnen dat werkelijk niet van deze wereld is … Een tweede beleving door de metamorfose van het denken is, dat het vermogen ontwaakt om vóór de gedachte in het denken te kunnen verwijlen. In het gedachteleven zijn we ons de kant en klare gedachten bewust, niet het ontstaan ervan. Door de meditatieve oefening komt daar verandering in.’
Metamorfose van de wil
‘De betekenis van het woord “wil” wordt gedurende de meditatieve ontwikkeling een andere. Het wens-karakter van de wil, tot uitdrukking komend in “ik wil” of “ik wil niet” laat van de wil los. Het willen wordt zuivere activiteit, bezig zijn … Er ontstaat een behoefte om erbij te blijven, bij het denken zelf, bij het luisteren, het spreken en het handelen.’
‘In het mediteren hebben we wil in het denken gebracht. Nu leren we geleidelijk om tijdens de meditatie dit denken de denkende wilsprocessen te doordringen.’
‘Wanneer je het denkende denken oefent aan de hand van het begrip van de cirkel, oefen je het bewustworden van de begrips-zin. Je zou niet kunnen begrijpen als je dat zintuig niet had … Je kunt vervolgens dieper in het zintuigorganisme doordringen door te beseffen dat je een zintuig voor klanken (in de spraak) heb. Met dat zintuig … onderscheidt [je] klanken. Nog dieper dring je in het zintuigelijke organisme door als je je richt op de gehoors-zin (grondtoon/betekenis) … Steeds dieper doordringend bereik je dan de warmtezin. Je begint te raken aan het etherlichaam, aan de etherische zijde van je zintuigorganisme. Van de warmte kom je in het licht, in het zintuig dat aan het licht voor het licht geschapen is: het oog. Denkend lost het oog op tot licht, wevend in – en buiten je. Met nog grotere concentratie kun je dan mediterend leven in de smaak en vervolgens in de reuk … Heb je eenmaal de smaak- en de reukzin doordrongen, dan kun je onderzoekend geconcentreerd meditatief schouwend doordringen in het diepe wilsgebied van je fysieke lichaam, in het gebied van de diepst gelegen zintuigen. Je bereikt de evenwichts-zin, waarmee je je fysieke evenwicht waarneemt, je oriëntatie in de ruimte. Je vindt het zintuig waarmee je de bewegingen van je lichaam waarneemt – de bewegingszin. Tenslotte doordring je de diepste fysieke zin: het zintuig waarmee je je fysieke conditie gewaar wordt, de levens-zin. Met dit zintuig neem je vermoedheid, energie, pijn e.d. waar.’
0 notes
mijnniemandsland · 4 months
Text
Reflectie.
De Spiegel van de Ziel: Een Labyrint van Reflecties en Illusies In de oneindige zoektocht van de mens naar zelfkennis en -begrip, doemt vaak de metafoor op van de ziel als een spiegel, een metafoor die, bij nadere beschouwing, een doolhof van reflecties en dubbelzinnigheden onthult, waarbij de essentie van het zelf zowel wordt geopenbaard als verborgen in een enigmatische dans van licht en…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
happinez-spiritueel · 6 months
Text
Self pleasure is net als yoga en meditatie een weg naar zelfkennis.
0 notes
studiodewinkel · 6 months
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
NIEUW in onze shop! Prachtige beelden Bear gemaakt van geëmailleerd keramiek.
Ontworpen door artist Benjamin Graindorge. Prachtige structuren waardoor je een unieke uitstraling krijgt. Staat mooi in je vitrine of op een wandplankje in je woonkamer. De beer staat ook symbool voor bescherming, moed, zelfkennis en genezing. --> https://www.studiodewinkel.nl/wonen/?_globalsearch=sculpture%20bear
#design #sculpture #keramiek #ceramics #styling #homeinspiration #bear #kunstbeeld #art
0 notes
commetombeunarbre · 7 months
Text
de conclusie dat alleen zelfkennis 'de moed geeft om door te leven'.
0 notes
iklees · 8 months
Text
Binti / Nnedi Okorafor
Tegen de zin van haar ouders vertrekt de 16-jarige Binti naar de intergalactische Oomza University. Ze zal daar de eerste student zijn van Himba afkomst. Maar onderweg wordt het schip aangevallen door de Meduse, die een landurige oorlog uitvechten met de Khoush, de dominante aardbewoners. Binti overleeft, maar heeft nu ongewild een band met de Meduse, vooral met één ervan, Okwu. Later keert ze met hem terug naar haar geboortedorp, in een poging om vrede te stichten tussen de Meduse en de Khoush. Dat blijkt vrijwel onmogelijk, zelfs met alle vaardigheden en zelfkennis die Binti inmiddels heeft opgedaan.
We met our group leader hours later. He was a stern old Khoush man who looked the twelve of us over and paused at me and asked, “Why are you covered in red greasy clay and weighed down by all those steel anklets?” When I told him that I was Himba, he coolly said, “I know, but that doesn’t answer my question.” I explained to him the tradition of my people’s skin care and how we wore the steel rings on our ankles to protect us from snakebites. He looked at me for a long time, the others in my group staring at me like a rare bizarre butterfly. “Wear your otjize,” he said. “But not so much that you stain up this ship. And if those anklets are to protect you from snakebites, you no longer need them.” I took my anklets off, except for two on each ankle. Enough to jingle with each step. I was the only Himba on the ship, out of nearly five hundred passengers. My tribe is obsessed with innovation and technology, but it is small, private, and, as I said, we don’t like to leave Earth. We prefer to explore the universe by traveling inward, as opposed to outward. No Himba has ever gone to Oomza Uni. So me being the only one on the ship was not that surprising. However, just because something isn’t surprising doesn’t mean it’s easy to deal with. The ship was packed with outward-looking people who loved mathematics, experimenting, learning, reading, inventing, studying, obsessing, revealing. The people on the ship weren’t Himba, but I soon understood that they were still my people. I stood out as a Himba, but the commonalities shined brighter. I made friends quickly. And by the second week in space, they were good friends.
Het is een trilogie, maar de delen zijn dun en het verhaal loopt gewoon door, dus je zou het ook als één boek zou kunnen beschouwen. De Afrikaanse ondergrond van het boek was voor mij een nieuw perspectief. Binti's reis -- fysiek en spiritueel -- was boeiend. Het was een beetje teleurstellend dat een belangrijke verhaallijn uitgaat als een nachtkaars. Maar als er meer verhalen zouden zijn over de rest van Binti's belevenissen -- haar reis begint tenslotte pas -- dan las ik ze graag. Er is nog een kort verhaal, Binti: Sacred Fire.
0 notes
felicitavoswriter · 4 years
Text
SITUATIE GEWIJZIGD
Situatie gewijzigd
‘Raad eens, ik ga binnenkort met mijn man naar Situatie gewijzigd, de nieuwe voorstelling van Theo Maassen’, vertrouwde een goede vriendin, die ik voor het gemak maar even vriendin één noem, mij een paar weken geleden opgetogen toe. We zaten na een wandeling met onze honden aan de thee bij de Molenplaats in park Sonsbeek en daar hebben we soms diepgaande gesprekken, maar soms gaat het ook nergens over, zijn het luchtige niemendalletjes die de revue passeren. Vandaag was zo’n dag vol luchtigheid, zeg maar chit chat.
‘We rijden er helemaal voor naar Limburg, hebben er een hotelletje bij geboekt. Ik vind hem zo aantrekkelijk, dat zeg ik natuurlijk niet tegen mijn man, die zou alleen maar jaloers worden. Maar ik kan niet wachten om de laatste stuiptrekkingen van een witte, heteroseksuele man van middelbare leeftijd van dichtbij te zien. Zagen alle mannen van middelbare leeftijd er maar zo uit’, zwijmelt ze. ‘Volgens mij vind jij hem ook wel een lekker ding Fee, of niet? Jij houdt toch van grote mannen?’
Ja, het klopt. Ik houd van grote, mannelijke mannen. En Theo M is met zijn 1.91 meter groot, hij is absoluut mannelijk en heeft een goed figuur, zeker als je hem met de meeste van zijn leeftijdgenoten vergelijkt, maar verder heeft hij geen woest erotische uitwerking op mij. Dat komt denk ik omdat ik hem een primitief hoofd vind hebben.
‘Hij lijkt in geen enkel opzicht op John Luther’, zeg ik droog en in een poging het gesprek een ander kant op te sturen.
‘En nee, voor ons gesprek in een discussie over culturen en de verschillen daartussen uitmond, verklaar ik heilig dat ik niet speciaal op donkere mannen val. Het gaat om uitstraling, die van Theo M. heeft iets primitiefs, net als zijn hoofd. En, ik weet niet of het waar is, maar een oud-collega van mij is bevriend met zijn vrouw, vriendin of whatever en haat hem omdat hij volgens haar losse handjes heeft en haar geregeld in elkaar beukt. Ik vind het nogal een uitspraak en trek het waarheidsgehalte ervan zwaar in twijfel.’
‘Getver, ik snap niet wat je in hem ziet. Die man ziet er zó goor uit, volgens mij stinkt hij ten diepste uit iedere porie van zijn lange lijf’, voegt vriendin twee eraan toe.
‘Ik vind hem grof, een lompe boer die alles er maar uitbraakt. Weet je nog wat hij tegen Paprika zei?’
Vriendin twee noemt Patricia Paay, om mij nog steeds onbekende redenen, “Paprika”.
‘Onvergeeflijk! Te oud voor Playboy en alleen interessant voor necrofielen. Ik begrijp nog steeds niet dat hij ermee weggekomen is’, zegt ze verongelijkt.
‘Wat ben je toch hardvochtig’, zegt vriendin één. ‘Misschien is het wel een hele gevoelige man.’
Een dag na de voorstelling belt vriendin één mij op.
‘Het was geweldig! Ik heb zo gelachen. Hij is echt sexy hoor. En ik heb aan je gedacht Fee, want de show begon met een halfnaakte Theo die als een Neanderthaler op een rots rare oergeluiden aan het maken was.’
‘O?’, zeg ik me een halfnaakte Theo op een rots voorstellend.’
‘Je wist het toch niet? Dat de show zo begint, bedoel ik.’
‘Nee joh, ik had er geen weet van, maar vind het wel grappig. Wat een zelfkennis.’
‘Je had heimelijk toch geen voorkennis?’
‘Nee, hoezo?’, vraag ik argeloos.
‘Het lijkt wel of je voorinformatie had en dát had de situatie pas écht gewijzigd’, grapt ze.
0 notes
lyrics724 · 2 years
Text
Karma
[intro Kiddo Cee] Yo On some flow shit, spit shit [verse Kiddo Cee] Mijn jams zijn de uitgekomen wens van de weldenkende mens Met zelfkennis, krachten onbegrensd Niet de wijsheid in pacht, in mijn rugzak de vracht Van nare ervaringen, in t duister van de nacht Komen openbaringen die je never had verwacht Na een ayahuasca trip, neem t leven als n clip Jij bent de editor, ster en schrijver van t…
View On WordPress
0 notes
Zelfkennis is belangrijk
0 notes